Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Er is de laatste week veel over te doen geweest: de (on)mogelijkheid om rokers af te wijzen bij een sollicitatie. De Europese Commissie had namelijk verkondigd dat werkgevers in een personeelsadvertentie mochten zetten dat rokers niet hoefden te solliciteren. Later in de week is dit standpunt echter weer ingetrokken.
Een Iers bedrijf had in een personeelsadvertentie gezet dat rokers niet hoefden te reageren. Daarop ontstond in Groot-Brittannië een discussie of dit toegestaan was. Uiteindelijk heeft dit geleid tot vragen aan de Europese Commissie. De Eurocommissaris Spidla interpreteerde de regels met betrekking tot discriminatie vervolgens erg nauw. Europese regels over discriminatie zouden volgens Spidla slechts onderscheid op basis van ras, leeftijd, sekse, relegie of handicap verbieden, en dus niet het discrimineren van rokers.
Juridisch Nederland viel meteen over deze uitspraak heen. Terecht werd geschreven dat een werknemer die zich keurig aan een rookverbod houdt, uiteraard niet geweigerd kan worden. Dat zou eventueel anders kunnen zijn indien een werknemer rookpauzes moet nemen waardoor deze werknemer zijn werkzaamheden niet goed meer kan verrichten. Roken is tenslotte in beginsel niet toegestaan op de werkvloer, en een rookpauze is geen recht van een werknemer, zeker niet als het werk er onder lijdt.
Inmiddels heeft Spidla zijn uitspraken genuanceerd. Het feit dat de EU-wetgeving niet expliciet discriminatie van rokers verbiedt, wil volgens hem toch niet zeggen dat de Europese Commissie discriminatie van rokers als rechtvaardig ziet. Het Ministerie van Sociale Zaken heeft zich inmiddels ook over de kwestie uitgelaten. Het Ministerie wil de beoordeling of er sprake is van discriminatie overlaten aan de rechter. Wel lijkt roken in de privé-sfeer volgens het Ministerie onvoldoende reden voor afwijzing van een sollicitant. Het is wachten op de eerste uitspraak van een rechter of van de Commissie Gelijke Behandeling.
Sjef Gitmans is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.