Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een tijd waarin om loonmatiging werd geroepen, is de hoogte van de beloningen van bestuurders onderwerp van discussie geweest. Dit heeft geleid tot nieuwe wetgeving. Op initiatief van de kamerleden Harrewijn en Rosenmüller is in december 2001 het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden ingediend. Krap 5 jaar later, zal deze wet per 1 september 2006, overigens wel enigszins gewijzigd, in werking treden.
De huidige Wet op de ondernemingsraden (WOR) wordt in die zin gewijzigd dat het informatierecht van de ondernemingsraad wordt uitgebreid. De ondernemer moet voortaan minstens eenmaal per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijke gegevens verstrekken over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per verschillende functiegroep van de in de onderneming werkzame personen, waaronder ook begrepen het bestuur en het toezichthoudend orgaan (de raad van commissarissen). Naar aanleiding van een advies van het College bescherming persoonsgegevens is, om te voorkomen dat de informatie leidt tot het openbaar maken van individuele inkomensgegevens, de mogelijkheid opgenomen om over te gaan tot het samenvoegen van een aantal functies tot één groep van minimaal vijf personen in het geval een functiegroep uit minder dan vijf personen bestaat. Deze wijziging gaat alleen voor ondernemingen met honderd of meer werknemers gelden; ondernemingen waarvan de bestuurder tevens directeur-grootaandeelhouder is, zijn uitgezonderd (veelal familiebedrijven).
De openbaarheid van de beloningen van bestuurders is niet alleen van belang voor de ondernemingsraad. Ook aandeelhouders van beursgenoteerde ondernemingen zijn hierin geïnteresseerd. In 2004 heeft de Europese Commissie aanbevelingen gedaan over de openbaarheid van de beloning van bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen. De Commissie heeft de lidstaten toen onder meer aanbevolen om ondernemingen te verplichten om voorafgaand aan een boekjaar de beloningen van bestuurders openbaar te maken en de beloning van bestuurders als vast agendapunt op de algemene vergadering van aandeelhouders te zetten. De beursgenoteerde bedrijven die zich conformeren aan de Code Tabaksblat voldoen aan de aanbevelingen van de Europese Commissie (zie bijdrage 8 oktober 2004). De naleving van dit onderdeel van de code blijft echter volgens onderzoek van de Commissie Frijns ver achter (zie bijdrage 28 februari 2006).
Het verstrekken van informatie over beloningen aan aandeelhouders is nog niet afdwingbaar. Het verstrekken van informatie over beloningen aan de ondernemingsraden kan met de nieuwe wet wel worden afgedwongen middels een verzoek van de ondernemingsraad aan de kantonrechter. Leden van de ondernemingsraad kunnen overigens worden verplicht tot geheimhouding.De tekst van de wet en de kamerstukken zijn in te zien op de website www.overheid.nl onder nummer 28163.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.