Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Het blijft ons bezighouden: Dexia en de effectenlease zaken. Er zijn in korte tijd twee nieuwe ontwikkelingen, die wij hier niet onvermeld willen laten. Wij zullen er twee afzonderlijke bijdragen aan wijden.
In de eerste plaats het eerste Dexia Aanbod. Dit was het allereerste schikkingsaanbod namens Dexia, dat zij aan al haar klanten heeft gedaan nog lang voordat de Duisenberg-regeling tot stand was gekomen. Er is een behoorlijk aantal mensen dat het Dexia Aanbod heeft aanvaard. Het Dexia Aanbod is ongunstiger dan de Duisenberg-regeling, en bevat een harde clausule dat de klant afziet van ontbinding of vernietiging van het Dexia Aanbod. Anders gezegd: als later blijkt dat de zaken gunstiger zijn voor de klant, dan kan de klant niet alsnog een beroep doen op die gunstiger uitkomst (en andersom).
Enkele klanten die het Dexia Aanbod hebben aanvaard, hebben daartegen geprotesteerd nu (achteraf) het er de schijn van heeft dat de rechtspraak gunstiger uitpakt, en er ook nog eens een gunstiger regeling is in de vorm van de Duisenberg-regeling. De klanten waren van mening dat het Dexia Aanbod niet geldig was, omdat zij het aanbod hebben aanvaard onder dwang, bedreiging of na misleidende mededelingen van Dexia dan wel dat Dexia misbuikt had gemaakt van omstandigheden.De rechtbank Amsterdam volgt de klanten hierin niet. Er is geen sprake van bedreiging. Het enkele aanzeggen van een bezoek van de deurwaarder, is nog geen dwang of bedreiging omdat de stellingen van Dexia niet niet iedere grond misten. Ook is er geen sprake van misleiding of bedrog, omdat Dexia voldoende heeft duidelijk gemaakt dat zij in de documentatie haar standpunt naar voren bracht en dat men best eens anders over de zaken zou kunnen denken. Er is ook geen misbruik van omstandigheden, omdat niet was gebleken Dexia op de hoogte was van de financiële nood van de klanten. De klanten stelden immers dat zij niet anders konden dan het Dexia Aanbod te aanvaarden, omdat zij anders financieel ten gronde waren gegaan.
De uitspraak is overigens gewezen door (deels) dezelfde rechters die de eerder besproken beslisboom inzake effectenlease hebben opgesteld. Uit deze uitspraak valt te concluderen dat de rechtbank van mening is dat men niet snel kan terugkomen op een eerder bereikte schikking. Dat standpunt is weinig verrassend. Als je een schikking bereikt, moet je je daaraan houden. Soms zit het mee en soms zit het tegen. Als je dat risico niet wilt aanvaarden, moet je de schikking afwijzen.
Overigens is er nog een miniem lichtpuntje voor de klanten. Er is in deze zaak nauwelijks aandacht besteed aan het feit dat Dexia wist of moest weten van de financiële nood waarin de klanten zich bevonden. Zij moesten immers kiezen tussen twee kwaden: óf zij moesten betalen aan Dexia, óf zij moesten een enorme hoeveelheid juridische kosten gaan maken. Zeker in het licht van de vandaag bekend geworden interne stukken van Bank Labouchere (klik hier), was Dexia schijnbaar intern wel op de hoogte van de (on)houdbaarheid van haar eigen standpunten. Onder die omstandigheden is een beroep op misbruik van omstandigheden wellicht nog haalbaar, maar het lijkt ons onzeker of dat ook gaat lukken.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.