Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Bij de woorden "lange hete zomer" wordt wel vaker gedacht aan arbeidsrelaties. "Lange hete", of dat nu lente, zomer, herfst of winter is, staat meestal voor gespannen verhoudingen tussen werknemers en werkgevers, CAO-onderhandelingen, al dan niet wilde acties enzovoorts. Ook recent zou weer sprake zijn van spanningen, zo kan uit verschillende media worden begrepen, en ook nu is het de lange hete zomer. Maar dan letterlijk. Want hoe vurig daar naar wordt uitgekeken in de winter, het is niet alleen maar feest.
Het onderwerp mag zich elk jaar weer verheugen in warme belangstelling. Bij welke temperatuur kan een werknemer nog werken of is er sprake van onwerkbaar weer? Mag hij of zij in luchtigere kleding naar het werk? Kan de korte broek? Wat vindt de arbeidsinspectie? Zijn er arboregels?
Om met dat laatste te beginnen: nee, niet echt. De werkgever moet zorgen voor een werkbare werkomgeving, maar wanneer het te warm wordt om te werken staat niet in regels. De vakbonden hebben wel een richtlijn (die vinden temperaturen van meer dan dertig graden onwerkbaar), maar dat is ook maar een aanwijzing. Iedereen die wel eens in een te warme omgeving werkt weet bovendien dat er nog wel meer meespeelt: ventilatie, luchtvochtigheid, direct zonlicht – het is ook lastig in een richtlijn te vatten.
Kleding is ook een heet hangijzer, met bovendien onvermoede complicaties. Kon men er aanvankelijk nog wel begrip voor opbrengen dat bij een uniform een korte broek niet passend was, de discussie raakte verhit toen het discriminatieaspect daarbij om de hoek kwam kijken: waarom vrouwen wel en mannen niet? Een terechte vraag, waar de werkgever overigens snel een antwoord op had: de vrouwen mochten het ook niet meer. Het enige dat met die beslissing bekoelde was de onderlinge relatie.
Op een enkele zaak na halen deze kwesties meestal niet de (gepubliceerde) jurisprudentie, en dat is natuurlijk maar goed ook. Net als bij andere aspecten van de werkrelaties loont het de moeite ook hier het hoofd koel te houden en er in onderling overleg uit te komen. Vanuit ons soms wat warme kantoor wensen we u een prachtige, en waar nodig werkbare, zomer.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.