Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Zoals bekend, hebben Dexia en de Stichting Leaseverlies c.s. aan het Gerechtshof Amsterdam gevraagd om de tussen hun getroffen schikking (ook wel bekend als de Duisenberg-regeling) algemeen verbindend te verklaren. Zie ook onze bijdrage d.d. 3 november 2005.
Tegen het verzoek om algemeen verbindend verklaring is verweer gevoerd door de tegenstanders van de Duisenberg-regeling. Zij hebben met name het verweer gevoerd dat Dexia nooit de aandelen daadwerkelijk heeft aangekocht, zoals aangegeven in de diverse effectenlease-overeenkomsten. Daarin staat immers veelal vermeld dat de klant een bepaald mandje aandelen moet aanschaffen van het geleende geld, dat de bank die aankoop zal regelen en dat de bank vervolgens die aandelen zal beheren.
Het Hof heeft op 2 juni 2006 tussentijds aangegeven dat deze stelling nader onderzoek behoeft. Het Hof is voornemens om de Autoriteit Financiële Markten te doen onderzoeken of de aandelen daadwerkelijk zijn aangekocht. Hoewel nog niets definitief is, lijkt daarmee het Hof wel te willen aannemen dat het niet aankopen van de aandelen zodanig ernstig zou zijn, dat het in de weg zou kunnen staan aan de algemeen verbindend verklaring.
Overigens is dit punt, zij het zijdelings, al eerder ter sprake gebracht in de effectenlease affaire. In een gerechtelijke procedure is dit, voor zover ons bekend, echter nog nooit uitgezocht. De uitkomst van het onderzoek zal van belang zijn, omdat er een verband is met de vraag of Legio Lease (en de overige banken) ooit een daadwerkelijk risico hebben gelopen. Zo niet, dan ligt de de stelling voor de hand dat zij feitelijk slechts zeer dure en risicovolle optie-overeenkomsten hebben afgesloten zonder dat te melden. Daarmee ziet dit punt volgens ondergetekende veeleer op de vraag of er sprake is van misleiding, terwijl nu juist in lagere rechtspraak is bepaald dat er geen sprake is van misleidende reclame.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.