Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Wij hebben al enige tijd niet meer geschreven over de diverse effectenlease procedures en de Duisenberg-regeling. De reden daarvan is onder andere dat vrijwel alle effectenlease procedures zijn stilgelegd, hangende het verzoek van Dexia c.s. om de Duisenberg-regeling algemeen verbindend te verklaren.
Vandaag heeft het Financieel Dagblad op haar website gepubliceerd over een zogenaamde “beslis-module” die de kantonrechters hanteren bij het opstellen van de uitspraken in procedures over effectenlease. Deze publicatie vormt aanleiding om de kwestie weer eens te bezien. Volgens het FD zijn de beslis-modules opgesteld door gespecialiseerde kantonrechters, met de bedoeling om het de kantonrechters in den lande eenvoudiger te maken een beslissing te nemen. Volgens deze beslis-modules zijn alle effectenlease overeenkomsten van Dexia nietig, omdat deze (tot 12 april 2003) niet beschikte over de benodigde vergunning onder de Wet Consumenten Krediet (WCK). Er zou geen sprake zijn van misleidende reclame, maar wel van (structurele) schending van de zorgplicht die banken hebben jegens hun klanten. Die schending van de zorgplicht zou onder andere vorm hebben gekregen door onvoldoende informatieverschaffing. De beslis-module zou vervolgens stellen dat bij het schenden van de zorgvuldigheidsnorm, de hoogte van de schade op individuele basis moet worden bepaald.
Het baart enig opzien dat de betreffende beslismodule (die niet de meest recente is!) via het FD bekend raakt. Maar inhoud en uitkomsten van de betreffende beslismodule behoeven weinig verbazing te wekken. De rechtbank Amsterdam had al bepaald dat er geen sprake was van misleidende reclame. De rechtbank Arnhem had de Dexia effectenlease al nietig verklaard, vanwege het ontbreken van de benodigde vergunning. De rechtbank Utrecht heeft geoordeeld dat de effectenlease van Aegon en Dexia moest worden beoordeeld in het licht van de bijzondere zorgvuldigheidsplicht van de bank, overigens met het bijkomende gevolg dat de hoogte van de schade op individuele basis moet worden bepaald. Feitelijk is er dus weinig nieuws onder de zon door de bekendmaking van het FD.
Volgens het FD is de inhoud van de beslismodule een bom onder de Duisenberg-regeling. Waarom zou immers iemand een schikking aanvaarden, als de overeenkomst nietig is en dus de volledige inleg moet worden terugbetaald ? Dat moge zo zijn, maar daar staat tegenover dat de Hoge Raad zich nog niet heeft uitgelaten over deze kwestie en dat aan doorprocederen dus wel degelijk een proces-risico kleeft dat verkeerd afloopt. Daarnaast geldt dat alleen Dexia niet over de vereiste WCK vergunning beschikte. Voor zover wij weten, beschikten Defam, Fortis, Aegon en andere aanbieders wel over een dergelijke vergunning. Bij deze aanbieders zal dus moeten worden onderzocht in hoeverre de bank heeft voldaan aan zijn zorgplicht.
Tot slot wijzen wij op een andere mogelijkheid. Volgens ons kunnen de effectenlease overeenkomsten worden beschouwd als “verboden koppelverkoop” onder artikel 33 WCK. En als dat zo is, zijn de betreffende overeenkomsten sowieso nietig. Het maakt dan niet meer uit of deze zijn gesloten met Dexia (zonder vegunning) of met Aegon, Fortis of Defam (met vergunning). Een oordeel over deze stelling hebben wij echter nog niet in gepubliceerde rechtspraak teruggevonden.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.