Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een bijdrage van 4 oktober 2005 hebben wij u reeds bericht over een voornemen van staatssecretaris Van Hoof om de Arbeidsomstandighedenwet te gaan wijzigen. Inmiddels heeft hij de daad bij het woord gevoegd. Op 9 mei 2006 is het nieuwe wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gegaan, met de bijbehorende memorie van toelichting.
De strekking van de nieuwe wet is dat werkgevers en werknemers vanaf volgend jaar meer ruimte krijgen om samen het eigen arbobeleid in te vullen. Hierdoor moet de kwaliteit van het arbobeleid binnen een onderneming verbeteren. De overheid zal niet meer tot in detail voorschrijven aan welke eisen ondernemingen moeten voldoen. De bestaande Nederlandse regels worden zoveel mogelijk afgeschaft. Alleen als er sprake is van ernstige risico's zal een uitzondering worden gemaakt en geeft de overheid gedetailleerde voorschriften (bijvoorbeeld bij een bedrijf dat vuurwerk produceert). Wel komen er zogenaamde doelvoorschriften, die een omschrijving geven van het te bereiken beschermingsniveau tijdens het werk. Per sector kunnen vakbonden en werkgeversorganisaties arbocatalogi opstellen waarin wordt vastgelegd hoe de gestelde doelen kunnen worden bereikt.
Van Hoof verwacht dat wanneer de werknemers en werkgevers het arbobeleid zelf vaststellen, dit beleid meer draagkracht zal vinden binnen de organisatie. In onze eerdere bijdrage hebben we er wel reeds op gewezen dat vaststelling van de arbeidsomstandigheden door werkgever en werknemer een potentieel risico met zich meebrengt. Commerciële belangen van de werkgever kunnen namelijk botsen met het belang van veiligheid. Bovendien, als de werkgever straks zelf mede de arbobeleid heeft vastgesteld zou de vraag naar aansprakelijkheid bij bedrijfsongevallen wel eens wat ingewikkelder kunnen komen te liggen. De arbeidsinspectie zal in ieder geval het orgaan blijven dat controleert of de ondernemers hun werknemers voldoende beschermen.
Sjef Gitmans is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.