Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Moeten de Europese regels voor het vrije verkeer van mensen nu wel of niet blijven gelden voor het voetbal? Deze discussie is nieuw leven ingeblazen door enkele Europese parlementariërs.
Het begon allemaal in 1995 met het inmiddels beruchte Bosman-arrest. Het Europese Hof oordeelde dat niet langer een beperking mocht worden gesteld aan het aantal buitenlanders (uit de EU) in een voetbalteam. Deze regel discrimineert namelijk naar nationaliteit. Ook mochten aan het einde van een contract geen transfersommen meer gevraagd worden voor spelers. Dat beperkt de spelers namelijk in hun vrijheid om voor een andere club (in een ander land) te gaan spelen, hetgeen in strijd is met het vrij verkeer van werknemers.
Gevreesd werd dat door deze uitspraak de kloof tussen grote (rijke) clubs en kleine (armere) clubs te groot zou worden. Grote clubs zouden steeds meer inkomsten ontvangen en kleine clubs steeds minder. Voetbalclubs zouden bovendien meer spelers uit het buitenland gaan kopen en minder eigen spelers op gaan leiden. Dat zou niet goed zijn voor het voetbal. En aangezien voetbal een belangrijke maatschappelijke functie heeft, maakten niet alleen de voetbalfans in de ‘kleine’ landen zich zorgen.
Inmiddels zijn we meer dan tien jaar verder. De vrees lijkt (gedeeltelijk) waarheid geworden. Voetbalclubs uit de grote Europese competities worden steeds maar rijker. De inkomsten van deze clubs aan televisie- en marketinggelden en kaartverkoop lopen hoog op. Deze clubs kunnen daardoor een zeer hoog salarissen betalen. Daarom willen buitenlandse (top)spelers voor deze clubs spelen. Gevolg is dat goede spelers uit de kleine landen vertrekken. De clubs uit deze competities worden daardoor steeds minder goed en daarom minder aantrekkelijk voor het publiek uit binnen en buitenland. De inkomsten aan televisiegelden en kaartverkoop van deze clubs lopen in vergelijking met de grote clubs terug.
Enkele Europese parlementariërs hebben de afgelopen week hun zorgen geuit over de ontwikkelingen. Zij vrezen dat het voetbal ten onder zal gaan als de verschillen tussen de clubs steeds maar groter worden. De parlementariërs hebben enkele oplossingen naar voren gebracht. Om het voetbal te redden zou het voetbal een uitzonderingspositie moeten krijgen binnen de EU en niet langer onder de (strenge) regels van de interne markt moeten vallen. Hierdoor zou het weer mogelijk worden om een beperking aan het aantal buitenlanders per team te stellen. Als rechtvaardigingsgrond voor de uitzonderingspositie wordt onder meer de belangrijke maatschappelijke functie van voetbal genoemd. Omdat een beperking van het aantal buitenlanders in een team een vorm van directe discriminatie is, is het maar de vraag of de uitzonderingspositie er komt. Een andere oplossing zou een Europese competitie zijn. Of de voetbalfans echter afscheid willen nemen van hun nationale competities valt te betwijfelen. Bovendien, welke clubs zouden onderdeel uit moeten maken van deze competities?
Nog dit jaar zal het Europees Parlement het voetbal op de agenda zetten. Het laatste woord is er dus nog niet over gesproken. Aangezien Nederland als relatief klein land (met een competitie met relatief minder bedeelde clubs) het slachtoffer dreigt te worden van de ontwikkelingen sinds het Bosman-arrest, is het te hopen dat er iets verandert. Voor de mensen die vinden dat er al teveel voetbal op televisie is, is dat niet te hopen. Wij houden u op de hoogte.
Sjef Gitmans is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.