Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een Wetsvoorstel vereenvoudiging arbeidstijdenwet ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel maakt deel uit van het streven van het kabinet om het aantal regels terug te dringen. Hierdoor zou de internationale concurrentiepositie van Nederland beter moeten worden. Vooral voor bedrijven die met ploegendiensten werken, zoals industriële bedrijven, zouden soepelere regels voor arbeidstijden belangrijk zijn om met het buitenland te kunnen concurreren. De nieuwe voorgestelde Arbeidstijdenwet beperkt zich daarom voornamelijk tot regels die nodig zijn voor de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemer.
Door de nieuwe wet wordt het aantal regels over maximum werktijden teruggedrongen van 12 naar 4. Door minder en eenvoudiger regels moet er meer ruimte komen voor werkgevers en werknemers om in onderling overleg de werktijden per dag en per week te bepalen. Dit geldt ook voor overwerk en pauzes.
De huidige Arbeidstijdenwet kent een standaardregeling en een overlegregeling. De normen van de overlegregeling zijn iets ruimer en komen tot stand via collectief overleg tussen werkgevers en werknemers. In de nieuwe wet is een dergelijke ruimere norm na een collectieve afspraak alleen nog mogelijk voor het aantal nachtdiensten. Op andere punten kent de nieuwe wet straks nog slechts één norm. Het verschil tussen de standaard- en overlegregeling zal dus verdwijnen.
De nieuwe wet schrijft een maximum arbeidstijd voor van 12 uur per dienst en 60 uur per week. In een periode van 4 weken mag een werknemer onder de nieuwe wet gemiddeld maximaal 55 uur per week werken en per 16 weken gemiddeld 48 uur. Een nachtdienst mag niet langer dan 10 uur duren en bij regelmatige nachtarbeid mag de werkweek over een periode van 16 weken gemiddeld maximaal niet meer dan 40 uur bedragen. Na het werken 's nachts gelden ook langere rusttijden. Het aantal nachtdiensten is beperkt tot maximaal 36 diensten per 16 weken, waarvan 7 nachtdiensten achter elkaar. Bij CAO of na afspraak met de OR mag dit aantal worden verhoogd tot 140 nachtdiensten per jaar en 8 nachtdiensten achter elkaar.
Het kabinet wil de wet op 1 januari 2007 laten ingaan. Voor sectoren met een CAO komt er een overgangsregeling; voor deze sectoren wordt de nieuwe wet pas van toepassing op het moment dat de CAO in 2007 afloopt. De wet zal uiterlijk op 1 januari 2008 gaan gelden voor alle sectoren. Zodra de Tweede Kamer zich over het wetsvoorstel heeft uitgelaten, laten wij dat uiteraard weten.
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.