Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een nog wel eens over het hoofd gezien uitgangspunt van het arbeidsrecht is dat wanneer de werk-nemer de arbeid niet verricht, er geen aanspraak bestaat op loon. De uitzonderingen (waaronder loondoorbetaling bij ziekte) krijgen meestal meer aandacht.
In een uitspraak van de rechtbank Haarlem van 30 maart 2006 kwamen hoofdregel en uitzondering weer eens aan de orde.
Hier betrof het een werknemer die zich in verband met een arbeidsconflict ziek had gemeld. De bedrijfsarts oordeelde hem echter niet ziek, maar gaf in overweging dat het beter was de werknemer niet op te roepen voor het werk voordat het conflict was opgelost.
Toen na ruim twee en een halve maand bleek dat de partijen er onderling niet uit kwamen, en de arbeidsovereenkomst werd beëindigd was de werkgever van mening dat het loon over de vooraf-gaande periode onverdiend was en in mindering diende te worden gebracht op de inmiddels vastgestelde ontslagvergoeding.De werkgever baseerde zich op juistgenoemde hoofdregel: “geen werk, geen loon”. Van ziekte was geen sprake geweest, dus voor een uitzondering zag hij geen reden.
De rechtbank zag dat anders. Hoewel er geen sprake was van een arbeidsongeschiktheid wegens een gebrek of ziekte, mocht de werknemer er in redelijkheid vanuit gaan dat zijn aanwezigheid op het werk niet werd vereist zolang het arbeidsconflict niet was opgelost. Dit mede gelet op de dui-delijke aanbeveling van de bedrijfsarts, het zonder enig voorbehoud doorbetaalde loon, alsmede de voortdurende schorsing van de werknemer als lid van het managementteam.De rechtbank oordeelde dat indien de werkgever de zaken bewust, mede gelet op de eisen van goed werkgeverschap, op het beloop laat in de hoop dat er een oplossing komt voor het arbeids-conflict, het dan niet mogelijk is om daar achteraf op terug te komen om het uitbetaalde loon terug te vorderen of te verrekenen.
Niet bepaald verrassend, deze uitspraak, maar een goede aanleiding om werkgevers er nog eens op te wijzen dat er wel degelijk aanleiding kan zijn in bepaalde situaties om het loon niet (langer) uit te betalen. Het feit dat de werknemer niet werkt moet dan evenwel uitsluitend in zijn risicosfeer liggen (“werkweigering”). In een geval als dit had daarvan bij voorbeeld sprake kunnen zijn van-af het moment dat moest worden vastgesteld dat de werknemer niet meewerkte aan het oplossen van het conflict, maar evenmin het werk hervatte.
Michel Visser is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.