Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Al geruime tijd wordt gewerkt aan de implementatie in het Nederlandse recht van een Europese richtlijn over overnamebiedingen en beschermingsconstructies. De richtlijn geeft regels voor overname van beursvennootschappen. Een partij die zeggenschap krijgt over een bepaald percentage van de stemrechten in een beursvennootschap, wordt verplicht een openbaar bod te doen op de resterende aandelen.
Het kabinet heeft op 30 december 2005 een wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn aan de Tweede Kamer gezonden. Dit voorstel voorziet in een regeling die verder gaat dan de richtlijn van Nederland eist. Zo moet een openbaar bod al worden uitgebracht door een partij die dertig procent van de stemrechten in handen heeft. Bovendien wordt bepaald dat de overnemende partij die 75 procent van de stemrechten in handen heeft, kan eisen dat de zogenoemde beschermingsconstructies zes maanden na het uitbrengen van het bod worden opgeheven. Beschermingsconstructies zijn maatregelen die het bestuur van de vennootschap die wordt overgenomen, treft om de overname te frustreren. Het doel kan zijn een hoger bod te forceren, betere werkgelegenheidsgaranties van de overnemende partij af te dwingen of een nieuw bod van een derde uit te lokken. Het kabinet vindt dat deze beschermingsconstructies moeten worden beperkt (zie ook een eerdere bijdrage).
Vorige week bleek dat er in de Tweede Kamer geen steun is voor de plannen van het kabinet. CDA, PvdA en VVD wijzen er alle op dat andere Europese landen beschermingsconstructies niet beperken. De partijen vragen zich af waarom Nederland zijn bedrijven dan wel onbeschermd de overnamestrijd in zou sturen. Zij zijn van mening dat het speelveld in heel Europa gelijk moet zijn.
De VVD wil wel iets doen aan de mogelijkheid om certificaathouders hun stemrecht tijdelijk af te nemen. Dit doen besturen van doelvennootschappen nog wel eens wanneer een overname dreigt. Overigens heeft de Commissie Tabaksblat in haar rapport aangegeven dat dergelijke maatregelen in het algemeen niet getuigen van goed ondernemingsbestuur.
PvdA en VVD vinden dat beschermingsconstructies alleen zouden moeten worden beperkt als ook de overnemende partij onbeschermd is. Het CDA voelt daar echter niets voor. In elk geval ziet het ernaar uit dat het kabinet zijn plannen zal moeten herzien.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.