Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De Stichting de Ombudsman heeft vandaag naar buiten gebracht dat zij steeds meer zaken krijgt van zieke werknemers die dreigen ontslagen te worden naar aanleiding van een conflict over passend vervangend werk. Volgens een woordvoer-ster van de stichting hebben veel werkgevers “geen zin in al die moeite” en denken dat het voordeliger is de werknemer te ontslaan. Zij meende bovendien dat kan-tonrechters, in dit soort gevallen het verzoek “te vlug en te vaak inwilligen. Waar het de Stichting om gaat is dat de kantonrechter beter moet kijken naar de oorzaak van het arbeidsconflict”.
De krantenartikelen over dit onderwerp suggereren dat het zou gaan om problemen die ontstaan ná terugkeer (lees herstel) na een ziekteperiode. Dat lijkt weinig voor de hand te liggen, nu wordt aangegeven dat de conflicten betrekking hebben op “reïntegratie” en daarvan is uitsluitend sprake wanneer een werknemer ongeschikt is voor de eigen functie. Dat conflicten over reïntegratie steeds vaker voorkomen is niet zo gek. Werkgevers worden, sinds per 1 januari 2004 de Wet verbetering Poortwachter in werking getreden is, in veel verdergaande mate dan voorheen geconfronteerd met reïntegratieverplichtingen.Ook de “nieuwe WAO”, de WIA (Wet werk en inkomen naar vermogen) creëert nieuwe verplichtingen op dit vlak. Werknemers die minder dan 35% loonverlies lijden blijven in dienst bij de werkgever, die voor reïntegratie moet zorgen. In tegenstelling tot de eerste twee ziektejaren, waarin een opzegverbod geldt, kan de werkgever nu wel een ontslagvergunning aanvragen bij het CWI. Het aantal conflicten over reïntegratie zal met de invoering van de WIA naar verwachting alleen maar toenemen.
De ombudsman en de vakbonden lijken nu van mening dat deze problematiek voortvloeit uit de onwil van werkgevers zich in te spannen. In de praktijk zien wij ook wel de andere kant van de medaille. Werknemers stellen zich ook niet altijd even cooperatief op. Onlangs heeft de kantonrechter Amersfoort nog een ontbindingsverzoek toegewezen, omdat de werknemer niet meewerkte aan terugkeer naar het werk. Omdat de werknemer weigerde toestemming te geven aan zijn psychiater om informatie te verstrekken aan het UWV, kon er geen plan van aanpak voor reïntegratie worden opgesteld. De kantonrechter oordeelde dat de ontbinding in de risicosfeer lag van de werknemer, maar hij kreeg toch een vergoeding toegekend omdat hem, gezien de aard van zijn ziekte, in mindere mate een verwijt kon worden gemaakt.
Dat kantonrechters met een té groot gemak ontbinden is niet onze ervaring. Conflicten over deze materie zijn misschien wel een onontkoombaar gevolg van de huidige wetgeving. Voortzetting van de samenwerking is soms eenvoudigweg niet mogelijk. De kantonrechter heeft de moeilijke taak om de gevolgen van de wetgeving in goede banen te leiden.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.