Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Iedereen die zich ongelijk behandeld voelt, kan een verzoek om een oordeel indienen bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). De CGB toetst dergelijke verzoeken aan een aantal wetten op het gebied van gelijke behandeling, de zogenaamde gelijkebehandelingswetgeving. De CGB zal op een dergelijk verzoek uiteindelijk een oordeel uitspreken over de vraag of de gelijkebehandelingswetgeving is overtreden. In eerdere bijdragen zijn bepaalde uitspraken van de CGB al eens de revue gepasseerd.
Werkgevers hebben op grond van de gelijkebehandelingswetgeving de verplichting te zorgen voor een discriminatievrije werkvloer. Gedragscodes, een klachtenregeling en een zorgvuldige klachtenbehandeling kunnen hiertoe bijdragen. Volgens de CGB is in de praktijk echter gebleken dat werkgevers vaak niet adequaat omgaan met klachten over discriminatie en is van mening dat werkgevers meer aandacht moeten schenken aan een zorgvuldige klachtenbehandeling.De CGB heeft hiertoe nu een hand-out opgesteld waarin de vereisten voor een goede klachtenregeling zijn opgenomen. De regeling moet onder andere inzichtelijk zijn, hetgeen betekent dat potentiële klagers en beklaagden bekend zijn met het bestaan en de werking van de regeling. Voorts moet de regeling systematisch zijn; de werkwijze en termijnen moeten zijn vastgelegd. Ook moet er in de klachtenbehandeling hoor en wederhoor worden toegepast door een onpartijdige en liefst onafhankelijke klachtenbehandelaar, waarbij de klacht voortvarend en vertrouwelijk moet worden behandeld. Voor alle vereisten voor een goede klachtenregeling kunt u de hand-out van de CGB hier downloaden.Naast het opstellen van een klachtenregeling, adviseert de CGB nog getrainde vertrouwenspersonen aan te stellen teneinde potentiële klagers goed op te vangen en te begeleiden.
Voor voorbeelden van klachtenregelingen die blijkbaar de goedkeuring van de CGB kunnen wegdragen, verwijst de CGB onder andere naar het model gedragscode en de klachtenregeling zoals opgesteld door het Landelijk Bureau Racismebestrijding.
Quirine den Hollander is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.