Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een eerdere bijdrage berichtten wij al over het destijds door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel waarin nieuwe eisen worden gesteld aan het concurrentiebeding. In een bijdrage van 4 november 2005 lieten wij weten dat de Eerste Kamer advies had gevraagd over dit wetsvoorstel aan de Sociaal Economische Raad (SER). Inmiddels heeft de SER een ontwerpadvies opgesteld over het voorstel, dat zal worden vastgesteld in de openbare raadsvergadering van vrijdag 17 maart a.s. Het volledige advies kunt u vinden op de website van de SER.
Blijkens het advies ziet de SER weinig in het wetsvoorstel. De SER vindt het voorstel op diverse punten onduidelijk waardoor de rechtszekerheid voor zowel werkgevers als werknemers in gevaar kan komen. De SER wijst onder meer op mogelijke problemen in de uitzendbranche. Een beding tussen een uitzendonderneming en een uitzendkracht dat verbiedt dat de uitzendkracht rechtstreeks bij de opdrachtgever in dienst treedt zou volgens de SER op grond van de wettekst door de rechter kunnen worden aangemerkt als een beding tussen een “gewone” werkgever en werknemer. Er is dan, anders dan de regering meent, wel sprake van een concurrentiebeding. Voorts vindt de SER het wetsvoorstel onvoldoende duidelijk over het onderscheid tussen concurrentiebedingen en relatiebedingen. Krachtens het wetsvoorstel vallen relatiebedingen niet onder de regeling van het concurrentiebeding. Een duidelijke definitie is dus wel belangrijk.
De SER kan zich wel vinden in het voorstel om een koppeling mogelijk te maken van een procedure over het concurrentiebeding aan die over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Op dit moment zijn dit nog gescheiden procedures.
Gelet op de stevige kritiek van de SER zal het nog wel enige tijd duren voordat het wetsvoorstel daadwerkelijk wordt aangenomen. Het voorstel deed er al drie jaar over om door de Tweede Kamer te komen en lijkt nu wederom gestagneerd te zijn. Wij zullen dus nog langer moeten wachten op meer duidelijkheid. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen omtrent het concurrentiebeding.
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.