Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam, van 26 januari 2006, kwam de vraag aan de orde of een medewerkster van de Bijenkorf verplicht kon worden om op zondag te werken. De werkneemster was werkzaam als verkoopmedewerkster bij De Bijenkorf te Rotterdam. Deze is iedere zondag geopend. De werkneemster had er echter bij haar indiensttreding op aangedrongen dat zij niet op zondag zou hoeven te werken. Haar manager had toegezegd daarmee “zoveel als mogelijk” rekening te zullen houden. Toen zij toch op enkele zondagen werd ingeroosterd heeft zij een zogenaamde verklaring voor recht gevorderd dat zij niet verplicht is om op zondagen te werken.
De Bijenkorf beriep zich op de toepasselijke CAO die vermeldde dat een medewerker verplicht kan worden tot arbeid op maximaal 13 zondagen per jaar. Ook bestond er een protocol, waarmee de OR van De Bijenkorf had ingestemd, dat voorziet in de mogelijkheid om medewerkers op zondagen in te roosteren. Toch oordeelde de kantonrechter dat de medewerkster niet verplicht kon worden om te werken op zondag.
Ook werd voor recht verklaard dat het CAO-artikel dat medewerkers verplicht tot werken op zondag in strijd is met artikel 5:4 van de Arbeidstijdenwet.Dit artikel bepaalt dat werknemers niet op zondag hoeven te werken, behalve voor zover het tegendeel is bedongen en dit uit de aard van de arbeid voortvloeit. Afwijking van deze regel is slechts mogelijk als de werknemer daarmee heeft ingestemd. Naar de mening van de kantonrechter vloeide uit de aard van het werk als verkoopster niet voort dat op zondag gewerkt moet worden. Blijkens de wetsgeschiedenis van de Artw is van deze uitzondering pas sprake bij werkzaamheden die continu moeten worden verricht, zoals in het openbaar vervoer, de zorgsector of bij de politie. Deze werkneemster kon dus alleen verplicht worden tot werken op ziondag wanneer ze daarmee eerst zelf had ingestemd. Die instemming was er niet, en kan niet “vervangen” worden door een CAO of protocol.
Uit deze uitspraak blijkt dat het werken op zondag niet vanzelfsprekend is. Het is raadzaam om – indien nodig – bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst nadrukkelijk de instemming van de werknemer te vragen met het werken op zondag en dit schriftelijk te bevestigen
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.