Praktijkgebieden:
Sinds 2002 is het nieuwe procesrecht ingevoerd, waarin onder andere strengere regels werden gesteld aan de wijze waarop moest worden geprocedeerd. Met name was het de bedoeling dat de eiser alle beschikbare informatie reeeds vooraf ter beschikking stelt in de dagvaarding, zodat er efficiënt verder kan worden geprocedeerd. Als de dagvaarding niet voldoet aan deze vereisten, kan de rechter de dagvaarding nietig verklaren. Daarmee geeft hij dan een signaal aan de eiser dat die zijn huiswerk wat beter moet maken. En hopelijk leert diezelfde eiser daardoor zijn les, en komt hij de volgende keer terug met een volledige dagvaarding.
Natuurlijk zijn er wel eens eisers die vergeten alle relevante informatie in de dagvaarding te vermelden. En als de omissie niet al te ernstig is, moet men daaraan natuurlijk ook geen ernstige gevolgen verbinden. Er zijn echter ook wel eens eisers die het al te bont maken. Een goed voorbeeld was Vodafone, die in een procedure in Groningen was vergeten het verweer van gedaagde in de dagvaarding op te nemen. De positie van de aangevoerde getuige was volstrekt onduidelijk gebleven. Pas bij repliek heeft Vodafone bewijsstukken in het geding gebracht, die reeds bij de dagvaarding hadden moeten zijn gevoegd. Als klap op de vuurpijl beweerde Vodafone vervolgens dat zij nóg meer stukken onder zich had, waaruit de rechter concludeert dat niet alle relevante feiten zijn aangevoerd door Vodafone. De rechter stelt vast dat de dagvaarding en de wijze waarop Vodafone de procedure voert, in strijd zijn met het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Voldoende reden om de dagvaarding nietig te verklaren en Vodafone naar huis te sturen, zou men zeggen. Niets bleek echter minder waar. De rechter neemt de zaak gewoon in behandeling en Vodafone krijgt de gelegenheid om deze omissies recht te zetten. De eiser heeft dus geen enkel nadeel ondervonden van zijn processuele nalatigheid, behalve misschien de irritatie van de rechter. Tja, zo gaat het natuurlijk nooit lukken om iedereen efficiënter te doen procederen. Men zou zelfs kunnen stellen dat de rechter op deze wijze de onverantwoorde werkdruk toch een beetje over zichzelf heeft afgeroepen. Zolang rechters niet willen of durven ingrijpen, zullen eisers en advocaten de (bedoeling van) het nieuwe procesrecht met voeten blijven treden.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.