Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een opmerkelijke uitspraak van december heeft de rechtbank Amsterdam het UWV aansprakelijk gehouden voor een foute beslissing over arbeidsongeschiktheid van een werknemer. Het UWV had aanvankelijk geoordeeld dat de werknemer 15 tot 25% arbeidsongeschikt was, maar kwam later op die beslissing terug. Omdat de werknemer toen met terugwerkende kracht geen recht had op een WAO-uitkering en nog wel steeds in dienst was van de werkgever, moest de werkgever (eveneens met terugwerkende kracht) het loon van de werknemer betalen.
Die werknemer had – ook vanwege de vastgestelde arbeidsongeschiktheid – niet meer gewerkt bij de werkgever, en de werkgever moest dus loon betalen terwijl daar geen werk tegenover had gestaan. De werkgever stelde het UWV aansprakelijk, en kreeg daarin gelijk van de rechter.
Het UWV verweerde zich uiteraard wel. Het UWV vond dat het niet zijn schuld was dat de werkgever de werknemer niet had laten werken, omdat de bedrijfsarts van de werkgever ook had geadviseerd de werknemer niet te laten werken. Omdat het oordeel van de bedrijfsarts was gebaseerd op het oordeel van het UWV, vond de rechter dat dit argument niet opging.
Verder vond het UWV dat de werkgever zijn schade had moeten beperken door de werknemer eerder te ontslaan. Als de werkgever dat zou hebben gedaan, was het bedrag dat de werkgever aan achterstallig loon had moeten betalen ook lager geweest. Ook dat argument vond geen genade in de ogen van de rechter: de werkgever wist uiteraard niet dat zijn schade opliep door het in dienst houden van de werknemer, omdat de werkgever niet wist dat de man nog aanspraak op loon had. Dat bleek pas toen het UWV terug kwam op zijn eerdere besluit over de arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
De rechter oordeelde dat het UWV onrechtmatig had gehandeld ten opzichte van de werkgever door een verkeerde beslissing te geven, en veroordeelde het UWV tot het vergoeden van het loon aan de werkgever.
Naast het feit dat het in ieder geval van belang is dat het UWV aansprakelijk kan worden gehouden voor dit soort fouten, is ook van belang dat de rechter vond dat de werkgever terecht afging op het oordeel van het UWV toen het de werknemer niet langer toeliet tot zijn werk. Ook dit is namelijk een probleem dat zich vaker voordoet.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.