Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
In een brief aan de Tweede Kamer heeft het kabinet laten weten tevreden te zijn over de naleving van de Code Tabaksblat, ofwel de corporate governance code voor “goed bestuur”. Het kabinet kwam tot deze conclusie op grond van een rapportage van de Commissie Frijns, die was ingesteld om de naleving van de code te volgen en te bewaken.
Sinds 2004 zijn beursgenoteerde ondernemingen verplicht zich te houden aan de bepalingen in de code of uit te leggen waarom een bepaalde bepaling niet wordt gevolgd, zodat de aandeelhouders zich daarover kunnen uitlaten. Blijkens de rapportage van de Commissie Frijns wordt de code in ruim 80% van de gevallen volledig nageleefd. In 8% van de gevallen wordt uitgelegd waarom de code op bepaalde punten niet wordt gevolgd. Het zogenaamde “pas toe of leg uit”-principe wordt dus in 88% van de gevallen gevolgd.
Het kabinet vindt dit een goede uitslag voor een code die nog maar relatief kort in werking is getreden. De naleving zal wel naar 100% moeten. Er is echter niet alleen maar goed nieuws. De rapportage vermeldt ook dat bepaalde elementen van de code op grote schaal niet worden gevolgd. Zo blijft de toepassing van de code op het gebied van beloningen ver achter. Het kabinet vindt dit zorgelijk omdat nu juist de beloningen in de private en (semi)-publieke sector sterk in de belangstelling staan. Het kabinet onderschrijft daarom de aanbevelingen van de Commissie die gericht zijn op verbetering van de onderbouwing en de transparantie van beloningen.
Het kabinet is overigens enthousiaster over de naleving dan Eumedion, een belangenbehartiger van institutionele beleggers op het terrein van corporate governance. Zoals wij in een eerdere bijdrage al weergaven vindt Eumedion de naleving van de Code Tabaksblat op meerdere belangrijke punten onvoldoende.
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.