Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
Het onderzoeksbureau EIM heeft deze week een rapport gepubliceerd over corporate governance en het MKB. Onderzocht werd of het invoeren van dergelijke regels voor het MKB zinvol is.
Uit het onderzoek is gebleken dat het gros van de kleinere ondernemers eenvoudigweg de tijd niet heeft om zich bezig te houden met corporate governance. Ruim 80% van het midden- en kleinbedrijf heeft minder dan 2 mensen in dienst.
Toch is uit een enquete onder het MKB gebleken, dat het streven naar een goed en transparant bestuur belangrijk wordt gevonden. Steeds meer ondernemers vinden dat dit “zo hoort”. Maar ook wordt “goed bestuur” als lonend gezien, al was het maar tegenover financiers en afnemers.
Indien al een corporate governance voor het MKB ingevoerd zou worden, dan zal dit niet de Code Tabaksblat zijn. Deze Code gaat uit van de grotere vennootschappen, waar een scheiding tussen bestuur en eigendom (lees: aandeelhouders) bestaat. Bij een kleinere onderneming zijn bestuur en aandeelhouder meestal één en dezelfde persoon, en is er geen intern toezicht (zoals een raad van commissarissen). De ondervraagde ondernemers hebben aangegeven dat hun kritische adviseurs vooral de accountant en de familie zijn.
Het EIM concludeert dat een corporate governance-code voor het MKB vooral praktisch en direct lonend moet zijn, en zich moet concentreren op algemene principes van goed bestuur. Weinig heil ziet het EIM in het verplicht stellen van een code. Als de ondernemers eenmaal inzien dat het naleven van een code rendement oplevert, zullen zij deze vanzelf toepassen – aldus het EIM.
Het EIM heeft haar onderzoek samen met de Avans Hogeschool uitgevoerd, en is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.