Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
Op 14 februari 2006 zijn het Besluit uniforme saneringen (BUS) en de Regeling uniforme saneringen in werking getreden. Deze regelingen zijn opgesteld ter uitwerking van artikel 39b van de gewijzigde Wet Bodembescherming (Wbb), die al per 1 januari 2006 in werking is getreden, zie ook onze eerdere bijdragen.
Beoogd is om voor een aantal specifiek omschreven categorieën van vervuiling de administratieve lasten van de overheid te beperken, en wel door de procedurele vereenvoudiging. Ook de saneerder zal kosten besparen, zijn kosten zullen in de regel lager uitvallen dan wanneer er een normale Wbb-saneringsprocedure moet worden gevolgd. De saneerder kan namelijk, indien de BUS-regeling van toepassing is, volstaan met een melding van de sanering aan het bevoegd gezag. Voor deze melding zijn standaardformulieren opgesteld. Na de sanering moet er een evaluatieverslag worden opgesteld, dat de instemming van het bevoegd gezag behoeft.
Indien de saneerder in strijd handelt met de regels van genoemd Besluit en/of de Regeling, dan kan het bevoegd gezag overeenkomstig de algemene handhavingsbepalingen in de Algemene wet bestuursrecht optreden. Ook strafrechtelijke handhaving is mogelijk door de strafbaarstelling van overtreding van artikel 39b Wbb in de Wet economische delicten.
Vooralsnog is er voor vier categorieën van vervuiling een dergelijke standaard algemene regeling in het leven geroepen. Het gaat grof gezegd om beperkte zogenaamde immobiele en mobiele vervuilingen waarbij het oppervlak van de locatie 5000 resp. 500 m2 is, het tijdelijke uitplaatsen van vervuilde grond en het projectgebied De Kempen. Men verwacht dat 45 % van alle saneringen een potentiële BUS-sanering is.
Saneerders zijn ondanks dat de vervuiling in aanmerking komt voor een BUS-saneringsprocedure vrij om voor een normale Wbb-saneringsplanprocedure te kiezen. Gezien de aanzienlijke tijdswinst en kostenbesparingen zal echter meestal de voorkeur naar een BUS-sanering uitgaan.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.