Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De ministerraad heeft ingestemd met het Wetsvoorstel vereenvoudiging arbeidstijdenwet van minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met dit wetsvoorstel neemt het kabinet een advies van de Sociaal- Economische Raad vrijwel in het geheel over. Er zullen minder regels gelden voor het maximale aantal uren dat iemand mag werken en ook de regels voor de nachtarbeid worden versoepeld.
Het aantal regels in de Arbeidstijdenwet wordt teruggebracht van twaalf naar vier. Volgens het officiële persbericht naar aanleiding van het wetsvoorstel schrijft de ‘nieuwe’ Arbeidstijdenwet een maximum arbeidstijd voor van 12 uur per dienst en maximaal 60 uur per week. Wanneer er geen overwerk wordt verricht geldt nu dat per dienst maximaal 10 uur mag worden gewerkt. In een periode van 4 weken mag een werknemer onder de nieuwe wet gemiddeld maximaal 55 uur per week werken en per 16 weken gemiddeld 48 uur. In de huidige situatie is dat 45 uur per 13 weken. Het doel van deze versoepelingen is dat werkgevers en werknemers meer ruimte krijgen om de arbeidstijd per dag en per week zelf nader in te vullen. Ook biedt de nieuwe wetwerkgevers en werknemers de vrijheid zelf afspraken te maken over de praktische details van pauzes, zoals het aantal en tijdstip(pen).
Hoe de nieuwe wet er precies uit zal zien is nog niet bekend. Het wetsvoorstel wordt eerst nog voor advies naar de Raad van State gezonden. De tekst van het wetsvoorstel zal pas openbaar worden als het vervolgens bij de Tweede Kamer wordt ingediend.
Het wetsvoorstel is mede ontstaan naar aanleiding van de wens van het kabinet om het aantal regels terug te brengen. Door minder, en eenvoudiger, regels zou de internationale concurrentiepositie van Nederland beter moeten worden. Op 26 oktober 2005 hebben wij u reeds geïnformeerd over het voornemen van de regering om het aantal financieel-administratieve regels terug te brengen in verband met een verbetering van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. Gelet op het Wetsvoorstel wordt deze lijn blijkbaar doorgezet op het sociaal-economische gebied.
Sjef Gitmans is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.