Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
De Grieken hebben er lang voor moeten vechten, maar nu is het dan toch zover: feta mag alleen nog maar zo heten als het uit Griekenland komt.
In 1992 is men in Brussel begonnen aan “Bescherming van Oorsprongs-Benamingen” van drank en voedsel – de Europese BOB. Zo mogen wij er nu op rekenen, dat een fles waar “champagne” op staat ook komt uit de landstreek Champagne, waar ze erop toezien hoe de bubbeltjes worden gemaakt. En Parmaham moet niet alleen uit de provincie Parma komen, maar ook precies zo zijn bereid als de Parmesanen dat willen.Verwijst “feta” nu ook naar een bepaalde herkomst? Het woord feta kwam van het Italiaanse “fetta”, dat alleen maar “sneetje” of “reepje” betekent. Dit is in de 17de eeuw overgewaaid naar Griekenland, waar men met “φέτα” doelt op de blokjes waarin witte gepekelde schapenkaas wordt gesneden. Maar door de populariteit van deze Griekse feta is men al vóór 1940 in Denemarken en Frankrijk, en later ook in Duitsland, van koemelk soortgelijke kaas gaan maken onder de naam “feta”.
Toen Griekenland in 1994 de Europese BOB aanvroeg voor zijn “feta”, maakten die andere landen dus bezwaar. Het Europese Hof van Justitie vond in 1999 dat de Europese Commissie onvoldoende had onderzocht of feta in die andere landen wellicht een algemene soortnaam was geworden. In dat geval zou Griekenland de naam niet meer kunnen monopoliseren. De Commissie liet dit alsnog onderzoeken, en constateerde dat in de marketing nog steeds gebruik gemaakt wordt van plaatjes en letters die naar Griekse cultuur verwijzen. In Denemarken vond men het nodig om van “Deense feta” te spreken, wat er ook op wees dat “feta” zónder die toevoeging aan Griekse feta doet denken. En verreweg de meeste feta wordt geproduceerd en geconsumeerd in Griekenland, waar de bereiding wettelijk beschermd is. Zo moeten de schapen (en de geiten als er geitenmelk bijgemengd is) van oude lokale rassen zijn, en “op traditionele wijze” gehoed en met de lokale flora gevoerd worden; de wrongel moet uitlekken en mag niet worden geperst.
De Commissie concludeerde in 2002, dat “feta” in de Europese Unie bescherming verdient als traditioneel begrip, dat nog steeds verwijst naar die speciale, van oorsprong Griekse kaas. Wederom kwamen Denemarken en de andere landen in verzet, maar het Europese Hof oordeelde onlangs, dat de Commissie haar huiswerk nu beter gedaan had, en dat de naam feta voorbehouden mag worden aan feta die komt uit het gebied dat Griekenland daarvoor afgebakend heeft.
Zouden de Denen, Duitsers en Fransen hun “feta” nog kunnen afzetten onder een nieuwe naam, of moeten ze nu overschakelen op andere producten?
George Offerhaus is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.