Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een werkneemster van een Christelijke Hogeschool in Zwolle werd er door haar werkgeefster van verdacht dat zij een leidinggevende van de school stalkte. Op die grond had de school een ontbindingsverzoek ingediend om het dienstverband te beëindigen. Uit intern onderzoek zou zijn gebleken dat de werkneemster inderdaad schuldig was aan het stalken van de leidinggevende. Voorts zou de arbeidsrelatie verstoord zijn doordat de werkneemster met meerdere werknemers over de zaak had gesproken. De werkneemster ontkende echter dat zij schuldig was aan de gedragingen en stelde dat het onderzoek van de werkgeefster ondeugdelijk was.
De vrouw van de belaagde leidinggevende was regelmatig telefonisch benaderd door een vrouw die haar informatie gaf over de vermeende privé activiteiten van de leidinggevende. Hiermee werd gesuggereerd dat de leidinggevende een relatie met een andere vrouw zou hebben. Verder was onder meer informatie doorgegeven uit de elektronische agenda en de e-mailbox van de computer van de leidinggevende, alsmede informatie uit een privémap en een klapper die de leidinggevende op zijn kantoor had staan. Ook waren gescande documenten verstuurd die afkomstig waren uit een koffertje dat op de kamer van de leidinggevende stond.
Bij beschikking van 17 januari jl. heeft de kantonrechter in Zwolle het ontbindingsverzoek echter afgewezen. De kantonrechter was van mening dat het onderzoek van de werkgeefster te beperkt en te weinig diepgravend was geweest. De werkgeefster had ook geen enkele technische onderbouwing gegeven van de stelling dat de anonieme e-mails en telefoongesprekken van de werkneemster afkomstig waren. Er waren onvoldoende objectieve en betrouwbare aanwijzingen om te concluderen dat de werkneemster schuldig was. Ook het feit dat de werkneemster met collega's over de zaak had gesproken was onvoldoende grond voor ontbinding. Er was volgens de kantonrechter niet gesteld of gebleken dat de werkneemster daarbij de grenzen van het betamelijke had overschreden en/of dat zij feitelijk onjuiste uitspraken had gedaan.
De uitspraak toont eens te meer aan dat het leveren van voldoende bewijs uitermate belangrijk is bij ontslagzaken. Dit geldt zowel bij ontslag op staande voet als bij ontbindingsverzoeken.
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.