Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Sinds 2001 wordt in Het Parool en het AD de strip “S1NGLE” gepubliceerd, die op humoristische wijze het thema “single zijn” behandelt. Single Media geeft sinds oktober 2003 elke twee maanden een tijdschrift uit met de titel “S1NGLE”, dat eveneens gericht is op het thema single zijn.
De bedenker van de strip vond dat de titel van dit tijdschrift inbreuk maakte op zijn rechten met betrekking tot de naam van de strip, en hij stapte naar de rechter. De uitspraak in deze zaak, die onlangs werd gepubliceerd, behandelde de drie gronden waarop de bedenker van de strip zich beriep, te weten: bescherming van merkrechten, bescherming van auteursrechten en het onrechtmatig aanhaken bij de bekendheid van de strip.
Benamingen kunnen alleen als merk beschouwd worden als ze dienen om de waren of diensten van een bepaalde onderneming te onderscheiden. Aangezien de benaming “S1NGLE” niet daarvoor, maar als benaming van een strip wordt gebruikt, oordeelde de rechter dat deze aanduiding niet als merk wordt beschermd.
Voor auteursrechtelijke bescherming komen werken in aanmerking die voldoende oorspronkelijk zijn, een eigen karakter hebben en bovendien het persoonlijk stempel van de maker dragen. De rechter overwoog dat de schrijfwijze van het woord “S1NGLE” niet een zodanig creatieve originele prestatie oplevert, dat deze schrijfwijze als een werk met een eigen oorspronkelijk karakter kan worden aangemerkt. Dat er geen sprake is van de vereiste originaliteit viel onder meer af te leiden uit de door Single Media overgelegde stukken, waaruit bleek dat de bewuste schrijfwijze in elk geval al sinds 1964 door anderen is gebruikt.
Het aanhaken bij of profiteren van een benaming, die niet als merk of als auteursrecht wordt beschermd, is in beginsel niet onrechtmatig. Dat kan anders zijn als er nodeloze verwarring wordt veroorzaakt. De rechter vond echter dat de aanduiding “S1NGLE” op zichzelf te beschrijvend is en onvoldoende onderscheidend vermogen heeft om te concluderen dat er sprake is van nodeloze verwarring tussen de strip en het tijdschrift. De beide items mogen dus naast elkaar blijven bestaan.
Cindy Waayers is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.