Praktijkgebieden: Mediarecht
In december 2005 is tegen de Tros twee keer een kort geding aangespannen door mensen die in de programma’s “Opgelicht” en “Tros Radar” onder de loep genomen zouden worden. Beide consumentenprogramma’s stellen misstanden aan de kaak en besteden aandacht aan fraudeurs en oplichters. Voor de rechtbank Amsterdam werd gevorderd dat het aan de Tros verboden zou worden om in de uitzending foto’s van ene meneer B. te tonen, danwel om op internet negatieve mededelingen te doen over eigenaren van bepaalde hotels in Turkije.
Het uitgangspunt in deze zaken was het recht van de Tros op vrijheid van meningsuiting. Dat recht kan worden onderworpen aan beperkingen, mits die een wettelijke basis hebben en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen.
In de eerste zaak wilde de Tros in het programma Opgelicht bepaalde feiten over het betalingsgedrag van meneer B. aan de orde stellen, om daaruit de conclusie te trekken dat er een patroon van oplichting in zat en mensen tegen hem waarschuwen. Meneer B. ontkende de gestelde feiten niet, maar ontkende wel de door de Tros daaraan verbonden conclusies. Aangezien de Tros aan meneer B. de mogelijkheid had geboden om een weerwoord naar voren te brengen in het programma, vond de rechter dat de Tros voldoende zorgvuldigheid in acht had genomen bij het maken van het programma. Ook een beroep van meneer B. op zijn portretrecht kon hem niet baten. Aangezien de waarschuwing van de Tros tegen meneer B. “niet van elke grondslag is ontbloot”, aldus de rechter, had de Tros belang bij het bekend maken van de identiteit van meneer B. De uitzending van Opgelicht kon dan ook gewoon doorgaan.
De tweede zaak ging over een onderzoek van Tros Radar naar de kwaliteit van de buffetten in een aantal Turkse hotels. In die hotels had een (daarin getrainde) redacteur van het programma steekproefsgewijs monsters van het eten genomen. Deze monsters zijn in Nederland onderzocht op de hoeveelheid bacteriën die in het eten voorkwamen. Volgens de hoteleigenaren was dit onderzoek onzorgvuldig en amateuristisch uitgevoerd. De rechter deelde die mening niet. Verder was ook hier van belang dat Tros Radar voorafgaand aan de uitzending haar bevindingen had voorgelegd aan de ANVR, reisorganisator OAD, de Turkse ambassade en het Turks Verkeersbureau voor hun reactie. Het is niet onbegrijpelijk, aldus de rechter, dat de Tros zich eerst tot deze instanties heeft gewend en niet tot de afzonderlijke hotels. Bovendien heeft de Tros na de uitzending aan de advocaat van de hoteleigenaren de gelegenheid geboden om alsnog een weerwoord te geven, waarop de hoteleigenaren niet zijn ingegaan. Aldus waren noch de bewuste uitzending noch de informatie daarover op internet onrechtmatig.
Verder lezen:
uitspraak Tros Opgelichtuitspraak Tros Radar
Cindy Waayers is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied mediarecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.