Praktijkgebieden: Bouwrecht
De Eerste Kamer heeft op 13 december jl. ingestemd met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet Bodembescherming en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het beleid inzake bodemsaneringen. De Tweede Kamer had het voorstel al op 14 december 2004 aangenomen. Zie ook ons bericht van 7 oktober jl.. Hierbij nog een keer een aantal wijzigingen op een rij.
In de nieuwe wet is allereerst een nieuw saneringscriterium opgenomen. Waar de huidige saneringsregeling spreekt over “behoud of herstel” van de functionele eigenschappen van de bodem, spreekt de nieuwe wet over “het geschikt maken voor de functie” en het “zoveel mogelijk beperken”. De bodem moet straks met andere woorden ten minste geschikt worden gemaakt voor de beoogde functie. Er wordt voorts een onderscheid gemaakt tussen mobiele en immobiele verontreiniging, waarbij bij de sanering rekening dient te worden gehouden met het toekomstige gebruik van de bodem. Zo zal bij meer gevoelig gebruik (zoals wonen met tuinen en recreatie) van de bodem hogere eisen worden gesteld dan bij minder gevoelig gebruik (zoals industrie). Het nieuwe saneringscriterium zal verder worden uitgewerkt in een circulaire.
Het urgentiesysteem dat onder de huidige wet geldt, maakt plaats voor de regel dat er alleen een tijdstip voor sanering wordt opgelegd indien het gebruik van de bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging leidt tot zodanige risico's voor mens plant of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is. Of spoedige sanering noodzakelijk is, correspondeert met de huidige urgentie van 0-4 jaar.
De nieuwe wet geeft bovendien meer ruimte voor deelsaneringen. Voor kleinschalige saneringen komt er een eenvoudige procedure, die is uitgewerkt in het Besluit Uniforme Saneringen (BUS). Gaat het om een kleinschalige sanering, dan hoeft er geen saneringsplan (meer) te worden geschreven en kan er binnen vijf weken na de verplichte melding worden gestart. Naar schatting vallen 50% van alle saneringen in Nederland in deze categorie.
Het is nog niet precies bekend per wanneer de gewijzigde wet in werking zal treden. Dit zal bij Koninklijk Besluit bekend worden gemaakt. De tekst van de wet kan alvast worden ingezien op de website overheid.nl bij de Kamerstukken (nummer 29462).
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.