Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In een uitspraak van 1 december jl. heeft het Europese Hof van Justitie de kwalificatie van wachtdiensten als arbeidstijd bevestigd. Deze kwestie kwam al eerder aan bod in een veel besproken uitspraak van het Hof uit 2003. In die uitspraak bepaalde het Hof dat de door artsen aan wachtdiensten bestede tijd in zijn geheel als arbeidstijd moet worden aangemerkt als de fysieke aanwezigheid van de artsen is vereist. Het Hof oordeelde dat nationale regelingen van een lidstaat waarin een beschikbaarheidsdienst als rusttijd wordt aangemerkt in strijd is met de Europese richtlijn terzake.
In Nederland leidde deze uitspraak tot veel problemen. Bij veel beroepen, zoals bijvoorbeeld ambulance personeel en brandweerkorpsen, wordt gewerkt met aanwezigheidsdiensten, waarbij personeel verplicht aanwezig is op de werkplek. Deze aanwezigheidsdiensten duren doorgaans langer dan de maximale arbeidstijd per dag zoals vastgelegd in de Arbeidstijdenwet. Dit werd mogelijk gemaakt door een bepaling in het Nederlandse Arbeidstijdenbesluit. Deze bepaling was volgens het Hof dus in strijd met de Europese richtlijn. Volgend op deze uitspraak heeft het kabinet een voorstel tot wijziging van het Arbeidstijdenbesluit ingediend. Het gewijzigde besluit zal in 2006 ingaan.
In oktober 2005 heeft het Europees Parlement een gewijzigde Arbeidstijdenrichtlijn aangenomen, waarover wij al diverse malen berichtten in eerdere entries. Deze wijziging moest de kwestie rond de aanwezigheidsdiensten regelen. De gewijzigde richtlijn bepaalt nu dat de wacht – en slaaptijden tijdens diensten inderdaad als werktijd hebben te gelden, tenzij daarover bij CAO andere afspraken worden gemaakt, of er bijzondere omstandigheden gelden.
In de uitspraak van 1 december jl. heeft het Europese Hof zich naar aanleiding van enkele vragen van de Franse Conseil d'Etat (vergelijkbaar met onze Raad van State) wederom uitgelaten over de kwalificatie van wachtdiensten als arbeidstijd. Het Hof heeft naar aanleiding daarvan bepaald dat nachtelijk toezicht door een opvoeder in een instelling voor gehandicapten volledig in aanmerking moet worden genomen bij het bepalen van de toegestane maximale wekelijkse arbeidstijd. Hiermee is de eerdere uitspraak van het Hof over de wachttijden van artsen bevestigd. De uitspraak heeft geen nieuwe gevolgen voor Nederland, nu de Nederlandse wetgeving al in overeenstemming is gebracht met de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie.
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.