Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op 1 november jl. heeft de bestuursrechter in Den Haag uitspraak gedaan in een zaak die was aangespannen door een ex-Dutchbatter. Deze ex-militair heeft zijn werkgever (het Ministerie van Defensie) aansprakelijk gesteld voor de psychische schade die hij tijdens de val van de moslimenclave Srebrenica in 1995 heeft opgelopen. De rechter heeft geoordeeld dat Defensie inderdaad verantwoordelijk en aansprakelijk is voor deze schade.
Op een militair is niet het ‘gewone’ civiele arbeidsrecht van toepassing maar het ambtenarenrecht. Net als in het civiele arbeidsrecht geldt echter dat de werknemer (in casu de militair) recht heeft op een vergoeding van de schade die hij lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij de overheidswerkgever (het Ministerie van Defensie) zijn verplichtingen is nagekomen om te voorkomen dat de werknemer schade lijdt. Een uitzondering hierop is wanneer de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de kant van de werknemer. Volgens de rechter is het juist bij deze zorgverplichting van Defensie fout gegaan. Op basis van de rapporten die de rechter voor deze procedure heeft doorgenomen wordt Defensie ondermeer verweten dat de benodigde voorzorgsmaatregelen niet zijn genomen en dat het ontbrak aan voldoende voorbereiding op een mogelijke aanval. Daarom is Defensie aansprakelijk voor de schade die de militair heeft opgelopen.
Gezien het bovenstaande betekent de uitspraak niet dat iedere militair met een traumatische ervaring recht heeft op schadevergoeding. Tijdens de operatie waar de militair aan heeft deelgenomen moet Defensie namelijk zijn zorgplicht hebben verwaarloosd. Deze uitspraak schept echter wel een precedent voor andere ex-Dutchbatters die dezelfde klachten hebben. Defensie heeft dan ook al aangegeven dat tegen de uitspraak in beroep zal worden gegaan bij de Centrale Raad van Beroep.
Sjef Gitmans is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.