Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Dexia, de Stichtingen Leaseverlies en Eegalease en de Vereniging van Effectenbezitters zijn enige tijd geleden een schikking overeengekomen over de door Dexia gesloten effectenleasecontracten. Deze schikking staat bekend als de zogenaamde Duisenberg-regeling, die werd goedgekeurd door de meerderheid van de aangeslotenen bij Leaseverlies en Eegalease. Inmiddels hebben alle betrokken partijen aangekondigd dat zij het Gerechtshof in Amsterdam zullen verzoeken om de Duisenberg-regeling verbindend te verklaren, welke mogelijkheid bestaat sinds de Wet Collectieve Afhandeling Massaschade (WACM) in werking is getreden. Wij schreven reeds over deze wet in onze bijdrage van 8 juli 2005.
Krachtens de Hoofdovereenkomst bij de Duisenberg-regeling, moeten Dexia en de overige partijen gezamenlijk een verzoek richten aan het Gerechtshof tussen 1 november 2005 en 1 januari 2006. Voor zover bekend is een officieel verzoek nog niet ingediend, maar dat verzoek zal wel niet zo lang op zich laten wachten.
Als de Duisenberg-regeling door het Gerechtshof verbindend wordt verklaard, dan worden alle Dexia-beleggers automatisch gebonden aan de schikking. Dit kan alleen worden voorkomen door gebruik te maken van de zogenaamde “opt-out”. Het Gerechtshof moet de gelegenheid geven aan benadeelden om buiten de verbindende regeling te blijven. De mensen die kiezen voor de “opt-out” behouden hun huidige positie, met alle (proces)risico's en kansen van dien. Dexia-beleggers die buiten de Duisenberg-regeling willen blijven, moeten hun bezwaren kenbaar maken aan het Gerechtshof en gebruik maken van de “opt-out”. Wij wijzen er nadrukkelijk op dat het buiten het bereik van deze weblog valt, om beleggers te adviseren over de vraag of zij de Duisenberg-regeling moeten aanvaarden of dat zij gebruik moeten maken van de “opt-out”. Deze keuze moet ieder voor zich maken.
Tot slot is er nog de vraag in hoeverre de (eventueel verbindend verklaarde) Duisenberg-regeling van invloed zal zijn op rechterlijke uitspraken in andere effectenlease-zaken. Men kan zich immers voorstellen dat Dexia en andere aanbieders van effectenlease contracten de Duisenberg-regeling zullen presenteren als een richtsnoer om te bepalen wat een redelijke en aanvaardbare uitkomst is, indien een verplichting bestaat om schade te vergoeden. En hoewel de rechter steeds per individueel geval een afweging zou moeten maken, kan men zich eveneens voorstellen dat een rechter diezelfde formules inderdaad zal hanteren als richtsnoer. Al is het maar omdat diezelfde rechter niet of nauwelijks tijd en gelegenheid heeft om in al die duizenden zaken een afgewogen oordeel te vellen op basis van de specifieke omstandigheden van het geval. Het kan dus niet worden uitgesloten, dat de Duisenberg-regeling in de praktijk een richtsnoer zou worden. Men kan zich echter afvragen of dat gewenst is.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.