Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Staatssecretaris Van Hoof heeft aangekondigd dat volgend jaar het mes in de Arboregels gaat. In principe worden alle exclusief Nederlandse Arboregels afgeschaft (tenzij er een speciale reden is die in bepaalde gevallen te handhaven); alleen de Europese regels blijven bestaan. Het accent gaat van “middelvoorschrift” (waarin is voorgeschreven hoe de omstandigheden moeten zijn) naar een “doelvoorschrift” (waarin wordt vastgelegd welke graad van veiligheid er moet zijn).
De staatssecretaris kondigt aan dat de nieuwe structuur moet leiden tot het schrappen van tweede derde van het aantal regels uit de Arbowetgeving. Als voorbeeld noemt de staatssecretaris regels met betrekking tot daglicht, zitgelegenheid, toiletten, en hinder. Het afschaffen van de regels zou een besparing van 27% op de kosten van arbeidsomstandigheden met zich moeten brengen. Betekent dit dat de werkgever het – als de plannen doorgaan: eind volgend jaar – een stuk makkelijker krijgt?
Nee, helaas. De regels worden wel voor een groot deel afgeschaft, maar dat wil niet zeggen dat er in de toekomst minder eisen aan arbeidsomstandigheden gesteld gaan worden. Het is ook niet de bedoeling dat er straks geen inhoudelijke Arboregels meer zijn; het wordt echter aan de werkgevers en werknemers overgelaten die op te stellen, binnen de kaders die de “doelvoorschriften” gaan stellen. Werkgevers moeten in overleg met de werknemers een zogenaamde “Arbocatalogus” gaan opstellen waar de regels in worden vastgelegd.
Hoe die Arbocatalogus tot stand gaat komen is de vraag. Het lijkt niet uitgesloten dat dit een onderwerp wordt van onderhandelen tussen werkgever en werknemer, en daarin schuilt wel een gevaar. Het is oud nieuws dat veiligheid zich slecht verdraagt met regels van doelmatigheid. Met andere woorden: besparen op kosten, versnellen en stroomlijnen van processen en vergroten van productiviteit kan ten koste gaan van veiligheid en arbeidsomstandigheden. De Arboregels van nu bevatten zowel doel als middel; als de sociale partners straks zelf moeten invullen hoe ze het doel gaan bereiken is het de vraag wie gaat toetsen of die middelen dat doel wel voldoende dienen. Dat zou wel eens een nieuw element kunnen toevoegen aan procedures rond bedrijfsongevallen. De vraag of een werkgever zich aan de Arboregels heeft gehouden is daarbij een belangrijk element. Als de werkgever straks zelf mede die regels heeft opgesteld zou de vraag naar aansprakelijkheid wel eens wat ingewikkelder kunnen komen te liggen.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.