Praktijkgebieden: Vennootschapsrecht
De Europese Commissie heeft voorgesteld om treinpassagiers die op internationale trajecten vertraging oplopen, te compenseren. Het Europees Parlement wil de reizigers verder tegemoetkomen, door de compensatie niet te beperken tot internationale ritten, maar tevens compensatie mogelijk te maken voor vertraging op binnenlandse ritten.
De NS hanteert reeds een compensatieregeling voor internationaal verkeer: bij meer dan 60 minuten vertraging op een internationale dagtrein (120 minuten bij een nachttrein) heeft de reiziger aanspraak op restitutie van 20% van de enkele ritprijs. Er gelden uiteraard wel voorbehouden voor onder meer overmacht.Bij binnenlandse ritten krijgt de reiziger van NS al de volledige ritprijs terug bij een vertraging van meer dan 30 minuten, terwijl de beperkingen voor onder meer overmacht gunstiger zijn voor de reiziger dan bij de internationale ritten.
Het Europees Parlement wil nu minimale vergoedingen invoeren van 25% van de ritprijs voor een vertraging van 60 minuten of langer, 50% bij een vertraging van 120 minuten of meer en 75% bij een vertraging van 180 minuten of meer, ongeacht of het een nationale of een internationale rit betreft. Meer compensatie mag uiteraard ook aangeboden worden.
Een vergelijkbaar systeem voor vertraging in het goederenvervoer is categorisch afgewezen, omdat het Europees Parlement vreest dat dit zal leiden tot prijsverhogingen van het treinvervoer (en daarmee van de goederen). Volgens het Europees Parlement moet een gezonde concurrentie op de markt voor het goederenvervoer vanzelf leiden tot een “afstraffing” van vertragingen.
De Raad van transportministers zal zich nu buigen over de voorstellen van de Commissie en het Parlement, en bekijken of de compensatieregeling ook daadwerkelijk ingevoerd moet worden. Voor Nederland zal dit van weinig invloed zijn, omdat de NS al ruimhartiger is dan het Europees Parlement. Met de herfst op komst is dit goed om te weten.
Daan Timmerman is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vennootschapsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.