Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Al eerder schreef ik op deze plek, zie mijn bijdrage van 16 december 2004, over het stakingsrecht. Het is een oud sociaal grondrecht, en geldt als een van de verworvenheden van de westerse cultuur. Werkgevers zijn er in het concrete geval uiteraard minder blij mee; zij hebben er belang bij dat het bedrijf blijft draaien. Daarin ligt uiteraard de effectiviteit van het stakingsmiddel. Werkgevers hebben zich dan ook vaak ingespannen stakingen te voorkomen, via overleg of waar nodig via de rechter.
Een bedrijf in het oosten van het land reageerde op een staking door nadien de werknemers die níet aan de staking hadden meegedaan, te belonen met een bonus van € 300,-. Op zich niet onlogisch: de werknemers die niet hadden gestaakt hadden het bedrijf draaiend gehouden en zullen in die periode wellicht ook wel harder hebben moeten werken. Zo was de brief aan de werknemers waarin de bonus werd toegezegd echter niet geformuleerd: die brief sprak de waardering uit voor het feit dat de werknemers mét de werkgevers van oordeel waren dat het betreffende conflict geen staking waard was geweest; daarnaast stelde de werkgever dat hij erop rekende dat hij ook in de toekomst op de werknemers kon blijven rekenen, en dat hij zelf ook in de toekomst zijn waardering kon laten blijken.
Een wat cryptische formulering waarin de werknemers die gestaakt hadden een verkapte belofte lazen dat werknemers ook in de toekomst een bonus zouden krijgen als ze niet zouden staken. Zij stelden dat dit een ongeoorloofde beperking was van het recht op staking, waarbij ze ook aanvoerden dat hetzelfde gold voor de mee expliciete uitspraak van de werknemers dat het niet staken nu met € 300,- werd beloond. De rechter volgde die redenering en sprake uit dat de werkgever hiermee een verboden onderscheid maakte tussen stakende en niet stakende werknemers.
Betekent dit nu dat de werkgever de bonus ook moet betalen aan de werknemers die hebben gestaakt? Niet direct. De werknemers zelf hadden geen eis ingesteld; dat was gebeurd door de FNV, die een verklaring voor recht vroeg dat het onderscheid ongeoorloofd was. Dat schept voor de werknemers natuurlijk wel de mogelijkheid nu alsnog die bonus te eisen, en het is niet uit te sluiten dat ze die dan ook zouden krijgen. De werknemers hebben – voor zover ik uit de uitspraak kan nagaan – die eis niet ingesteld – wellicht om de verhoudingen (die kennelijk toch al gespannen waren) niet verder te belasten. Een soort schot voor de boeg dus. Want al is het stakingsrecht oud en belangrijk, het blijft een zwaar middel met mogelijk grote gevolgen.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.