Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een vrouw die meedeed aan het succesvolle programma “Make me beautiful” werd na de operaties ziek en viel geruime tijd uit. Haar werkgever vond dat de arbeidsongeschiktheid aan de vrouw zelf te wijten was, en weigerde haar tijdens haar ziekte loon door te betalen (de zes weken die de operaties en de opnames van het programma duurden, had de vrouw onbetaald verlof genomen). De rechter te Maastricht heeft onlangs bepaald dat de werkgever toch gewoon het loon moet betalen over de ziekteperiode.
De werkgever stelde dat er geen lichamelijke of psychische noodzaak was geweest voor de cosmetische operaties, en dat er dus geen reden was door te betalen. De werkgever deed daarmee (naar ik aanneem) een beroep op het wetsartikel dat stelt dat de werkgever geen loon bij ziekte hoeft te betalen als de ziekte het gevolg is van opzet van de werknemer.
De uitspraak van de rechter is geen verrassing. Zes jaar geleden speelde een zelfde soort zaak rond een werknemer die een aantal dagen arbeidsongeschikt was geweest wegens sterilisatie. De werkgever stelde dat de werknemer daar zelf voor had gekozen, en dat hij dus zelf zijn arbeidsongeschiktheid had veroorzaakt. De rechter wees ook die stelling af. Bij het totstandkomen van het betreffende wetsartikel is al overwogen dat 'opzet' bij het veroorzaken van arbeidsongeschiktheid erop gericht moet zijn dat de werknemer arbeidsongeschikt wordt. Met andere woorden: het doel van de werknemer moet zijn geweest arbeidsongeschikt te worden. Het enkele feit dat de werknemer weet dat zijn handelen (het risico van) arbeidsongeschiktheid meebrengt is dus niet voldoende om geen loon te hoeven betalen.
Het klopt wel (zoals vanochtend in de krant te lezen was) dat dit de eerste uitspraak is over loondoorbetaling na cosmetische chirurgie (althans, voor zover ik heb kunnen nagaan), maar de uitspraak is geheel in lijn met eerdere uitspraken hierover.
De vraag hoever een werknemer mag gaan voordat hij zijn aanspraken op loon tijdens ziekte verliest blijft natuurlijk actueel. Afgelopen week was 'Jackass, the Movie' op televisie; je zou je kunnen voorstellen dat als een werknemer ten gevolge van zoiets ziek zou worden (hetgeen niet uitgesloten lijkt), de uitspraak van de rechter anders zou zijn. Laten we maar hopen dat niemand dat gaat proberen.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.