Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Voor het eerst in haar bestaan is de Authoriteit Financiële Markten (AFM) veroordeeld om de door beleggers geleden schade te vergoeden. De Rechtbank Amsterdam heeft de AFM tezamen met de Rabobank, de Friesland Bank en Van der Hoop Bankiers veroordeeld de schade van bijna honderd beleggers te vergoeden.
Deze beleggers hebben via de Rabobank, de Frieslandbank en Van der Hoop Bankiers tussen 1998 en 2000 ongeveer 12 miljoen Euro geïnvesteerd in commanditaire vennootschappen (c.v.'s) die werden beheerd door de Stichting Befra. Deze stichting heeft ten behoeve van de c.v.'s rekeningen bij de eerder genoemde banken geopend, effectenorders aan hen gegeven en vermogensbeheerovereenkomsten met hen gesloten. Stichting Befra beschikte echter niet over de juiste vergunning om als orderremisier en vermogensbeheerder te mogen optreden. De AFM heeft pas in maart 2000 ingegrepen, waarna Stichting Befra failliet ging. Tijdens de afwikkeling van het faillissement is gebleken dat de bestuurder van Stichting Befra had gefraudeerd.
De gedupeerde beleggers hebben daarna de betrokken banken en de AFM aansprakelijk gesteld voor de door hen geleden schade. De Rechtbank Amsterdam heeft geoordeeld dat de banken onrechtmatig jegens de beleggers hebben gehandeld omdat zij het verbod hebben overtreden met een partij is zee te gaan die niet over de juiste effectenrechtelijke vergunning beschikt. Verder is de AFM volgens de rechtbank aansprakelijk omdat zij haar toezichthoudende taak niet naar behoren heeft uitgeoefend – een primeur. De banken en de AFM moeten tweederde van de geleden schade vergoeden.
De advocaat die namens de gedupeerde beleggers optreedt heeft de schade begroot op zo'n zes à zeven miljoen Euro. De precieze te vergoeden schade zal in een schadestaatprocedure moeten komen vast te staan. Ook is het goed denkbaar dat de AFM en de banken zullen trachten een schikking met de gedupeerde beleggers overeen te komen.
Sander Schouten is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.