Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
De CNV Dienstenbond heeft een inventieve vondst gedaan om arbeidsomstandigheden aan de kaak te stellen: een klacht indienen bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Volgens de CNV hebben een aantal grootwinkelbedrijven in de textielbranche, waaronder C&A, Miss Etam en WE, als “kartel” eenzijdig de arbeidsvoorwaarden voor nieuw personeel gewijzigd. Zo zouden deze winkels sinds 1 juli van dit jaar personeel aannemen tegen slechtere voorwaarden dan in de inmiddels afgelopen cao was besproken. De werkweek werd verhoogd van 35 naar 38 uur (zonder verhoging van loon) en de zondagstoeslagen kwamen te vervallen. Deze wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden zouden onderling zijn afgesproken door de grote modewinkels.
De Mededingingswet verbiedt overeenkomsten tussen ondernemingen die ertoe strekken dat de concurrentie op de Nederlandse markt wordt verhinderd of beperkt. Kennelijk is de CNV van mening dat de beweerdelijke afspraken tussen een aantal grote winkels over arbeidsvoorwaarden, leidt tot een beperking van de concurrentie. Bijvoorbeeld omdat het personeel van de C&A goedkoper is dan van een kleinere modezaak – hetgeen invloed zou kunnen hebben op de prijzen. Niettemin is het origineel dat de vakbond via een kartelklacht de arbeidsomstandigheden aan de kaak stelt. De Vereniging van Grootwinkelbedrijven in de Textielbranche (VGT) reageert echter serieus. Volgens de VGT staan de rendementen van de modezaken sterk onder druk, en moesten zij bepaalde arbeidsvoorwaarden wel aanpassen – te meer omdat er al geruime tijd gewacht wordt op een cao-akkoord. Zonder de aanpassingen zouden de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in de modebranche groter zijn. Overigens voorziet de Mededingingswet in een uitzondering op het kartelverbod: indien de gevolgen van het kartel enig voordeel voor economie en werkgelegenheid hebben, kan dit opwegen tegen de beperking van de concurrentie.
Zouden de arbeidsvoorwaarden echter in een cao zijn vastgelegd, dan had een kartelklacht geen nut gehad: cao's zijn uitgesloten van de Mededingingswet.Al met al een interessante ontwikkeling, waarbij de NMa een aantal nieuwe dilemma's voorgeschoteld krijgt. Wordt zeer waarschijnlijk vervolgd.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.