Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op 16 augustus jl. maakte minister De Geus bekend dat de regels die zien op aanwezigheidsdiensten zullen worden aangepast. Aanleiding hiervoor is een recentelijk door de Rechtbank Arnhem gewezen uitspraak, waarin werd vastgesteld dat de bepaling in het Arbeidstijdenbesluit waarin wacht- of slaapuren gelijk worden gesteld met rusttijd, in strijd is met jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. De Rechtbank heeft op grond daarvan bepaalde onderdelen van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit die betrekking hebben op aanwezigheidsdiensten, buiten toepassing verklaard.
De onduidelijkheid over de normen die bij aanwezigheidsdiensten in acht moeten worden genomen is ontstaan naar aanleiding van een op 9 september 2003 gewezen uitspraak van het Europese Hof van Justitie. In het zogenaamde “Jaegerarrest” heeft het Hof van Justitie bepaald dat een beschikbaarheidsdienst in het Duitse recht (vergelijkbaar met een beschikbaarheidsdienst in het Nederlanse recht) in zijn geheel als arbeidstijd in de zin van de Europese richtlijn 2003/88EG betreffende een aantal aspecten van de arbeid moet worden gezien, dus ook wanneer de werknemer op zijn werkplek mag rusten en er geen werkzaamheden van hem worden verwacht. Met deze uitspraak is komen vast te staan dat enkele bepalingen uit het Arbeidstijdenbesluit strijdig zijn met het Europese gemeenschapsrecht. Naar aanleiding van deze uitspraak is de Europese wetgever een wijziging van richtlijn 2003/88EG aan het voorbereiden, waarover we u eind vorig jaar al berichtten. Momenteel is er nog geen akkoord bereikt over de precieze wijze waarop deze richtlijn dient te worden gewijzigd.
Omdat minister De Geus het onwenselijk vindt dat de huidige onduidelijkheid over de normen bij aanwezigheidsdiensten langer voortduurt, is hij voornemens de Nederlandse regelgeving die betrekking heeft op aanwezigheidsdiensten in overeenstemming te brengen met de jurisprudentie van het Europese Hof. De hiervoor noodzakelijke aanpassing van in ieder geval het Arbeidstijdenbesluit zal in afwachting van de aanpassing van de Europese richtlijn in principe slechts van tijdelijke aard zijn. De minister is voornemens de wijziging nog dit jaar te publiceren. Wij zullen u hierover op de hoogte houden.
Sander Schouten is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.