Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Voor een evenement waar een flink aantal bezoekers op afkomt, is in de regel een evenementenvergunning vereist. Dat er wellicht ook rekening moet worden gehouden met de voorschriften van een bestemmingsplan, is iets waar organisatoren en gemeenten veelal geen rekening mee houden.
Dat gold ook voor de organisatoren en het bevoegd gezag, betrokken bij het Schuttersfeest in Diepenheim (Hof van Twente). Omwonenden die claimden ontoelaatbare overlast te hebben, dienden bezwaar in tegen de verleende evenementenvergunning en verzochten om handhavend op te treden wegens strijd met de gebruiksvoorschriften in het bestemmingsplan. In beide gevallen kregen zij nul op rekest bij de gemeente. Dat was ten aanzien van het verzoek om handhaving onterecht, zo oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak in een uitspraak van 13 april 2005.
Het van toepassing zijnde bestemmingsplan kende namelijk (zoals gebruikelijk) een zogenoemd gebruiksverbod; het is verboden om de percelen in strijd met de daarop rustende bestemming Agrarisch kernrandgebied te gebruiken. Sommige evenementen zijn dusdanig kortdurend en incidenteel dat zij planologisch geen rol van betekenis spelen, en in dat geval kom je niet snel toe aan de conclusie dat het gaat om verboden gebruik. Bij het Schuttersfeest echter ging het om drie dagen intensief gebruik waarop duizenden bezoekers afkomen, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. En daarnaast is voor het opbouwen van de kermis en de feesttent ten minste een week benodigd en voor het afbreken ten minste enkele dagen. En dus was in dit geval sprake van een met het bestemmingsplan strijdig gebruik van het (evenementen)terrein. De Afdeling bestuursrechtspraak overweegt vervolgens dat in een dergelijk geval slechts in bijzondere omstandigheden mag worden besloten om niet handhavend op te treden en draagt de gemeente op om terzake opnieuw een besluit te nemen.
Het voorgaande betekent dat in vergelijkbare gevallen, hoewel er een evenementenvergunning is verleend, toch handhavend zal moeten worden opgetreden door middel van bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom. Dit kan alleen worden voorkomen doordat er voor het evenement vrijstelling wordt verleend van het bestemmingsplan.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.