Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In periodes met een verslechterde conjunctuur duurt het voor (kansrijke) werklozen langer om terug te keren in het arbeidsproces. Starten als zelfstandig ondernemer vanuit de WW kan dan een goede optie zijn om aan het werk te gaan en te blijven, aldus het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.
Voor de WW'er waren al eerder mogelijkheden om het geluk als ondernemer te beproeven, maar deze waren niet afdoende om daadwerkelijk aan de slag te kunnen. In de huidige situatie kan degene die vanuit de WW als zelfstandige wil starten, een oriëntatieperiode krijgen van 3 maanden voorafgaande aan de start van de werkzaamheden als zelfstandige. Deze periode kan indien nodig na een gemotiveerd verzoek worden verlengd. In deze periode blijft de uitkering WW-uitkering doorlopen en worden de oriënterende activiteiten op één lijn gesteld met sollicitatieactiviteiten. Tijdens de oriëntatieperiode is het niet toegestaan om aan acquisitie te doen, omdat dit gelijkgesteld wordt met productieve activiteiten. Doet de WW'er wel aan acquisitie dan verliest de WW'er daarmee het recht op een uitkering en wordt de oriëntatieperiode beëindigd.
Dit is naar de mening van Staatsecretaris Van Hoof precies het manco aan het systeem. De ondernemer moet daadwerkelijk kunnen “ondernemen” zodat hij kan inschatten wat de levensvatbaarheid is van het bedrijf, de huidige beperkingen bieden geen positieve toekomst voor de persoon die zijn bedrijf aan het opbouwen is.
Teneinde die beperkingen weg te nemen zal de wet dusdanig worden aangepast dat acquisitie tijdens de oriëntatieperiode mogelijk wordt. Daarnaast zal de start als zelfstandige gedurende een korte periode op één lijn worden gesteld met sollicitatieactiviteiten, zodat de ondernemer zich geheel op de bedrijfsvoering kan richten. Andere voorstellen bestaan uit het creëren van een kortere afbouwperiode in de WW na afloop van de oriëntatieperiode, het opstellen van randvoorwaarden voor oneerlijke concurrentie en oneigenlijk gebruik en het begeleiden van de startende ondernemer voor een periode van zes maanden. En tot slot wellicht het invoeren van een starterskrediet.
Het blijft een mooi streven de burger op te roepen tot eigen verantwoordelijkheid. Ik ben nieuwsgierig naar hetgeen uiteindelijk in de praktijk wordt ingevoerd, en wat er zal worden gedaan om de fraudegevoeligheidfactor te reduceren. Starters doen zich er voorts goed aan om zich over de opzet van hun onderneming te laten voorlichten, anders is het succes van korte duur.
Michel Visser is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.