Praktijkgebieden: Bestuursrecht
In navolging op de eerdere artikelen uit 2004 en uit 2005 kan ik berichten dat er wederom vertraging is opgetreden bij de herinrichting van het gebied “Wijnhavenkwartier” te Den Haag. Daarmee is ook de sloop van het wooncomplex de Zwarte Madonna voorlopig uitgesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 20 juli jl. het bezwaar tegen het bestemmingsplan “Wijnhavenkwartier” namelijk gegrond verklaard. De Afdeling bepaalde dat de gemeente Den Haag ten onrechte geen milieueffectrapportage (MER) had laten opstellen (en daarmee de gevolgen voor het milieu niet inzichtelijk heeft gemaakt). Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland hadden vervolgens nooit hun goedkeuring mogen geven aan het bestemmingsplan.
Voor de beoordeling of een MER nodig is, geldt in dit geval een drempelwaarde van 200.000 m2 bedrijfsvloeroppervlak. Wanneer het aantal vierkante meters van het bouwplan minder is dan deze drempelwaarde is een MER volgens de Wet Milieubeheer niet vereist.Bij de berekening heeft de gemeente volgens de Afdeling ten onrechte het aantal vierkante meters (35.000 m2) aan parkeergarages niet meegerekend. Volgens de Afdeling kunnen parkeergarages door hun verkeersaantrekkende werking een sterke invloed hebben op de lokale milieukwaliteit. Gelet hierop moeten parkeergarages bij de uitvoering dan wel wijziging of uitbreiding van de uitvoering van een stadsproject worden meegeteld bij de berekening van de omvang van de bedrijfsvloeroppervlakte.
Bovendien heeft de gemeente het bestaande kantooroppervlak dat wordt gesloopt en vervangen volgens de Afdeling ten onrechte buiten beschouwing gelaten. Gelet op de omschrijving van de MER-beoordelingsplichtige activiteiten omvat die namelijk niet alleen de uitvoering van een stadsproject maar ook de wijziging of de uitbreiding daarvan. Zodoende had de gemeente het bestaande kantooroppervlak bij de berekening moeten meenemen.
Omdat volgens de Afdeling bij een juiste berekening een bedrijfsvloeroppervlak van meer dan 200.000 m2 wordt gerealiseerd, moet alsnog een MER worden gemaakt. Tot dat moment kan het bestemmingsplan niet worden vastgesteld. Hiermee wordt onderstreept dat overheden maar ook particuliere initiatiefnemers er goed aan doen te controleren of voor hun plannen een MER is vereist.
Rob Tempelaars is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.