Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De zaak had inhoudelijk kunnen worden gewonnen, maar het bezwaar- of beroepschrift werd namens de verkeerde persoon ingediend en dus werd de zaak toch verloren. Dit komt meer dan eens voor, zowel bij particulieren als bedrijven. En omdat in het bestuursrecht uitgangspunt is dat binnen de bezwaar- of beroepstermijn dient vast te staan namens wie de procedure is aangespannen, kunnen dergelijke fouten zelden of nooit worden hersteld.
Er gelden een aantal vuistregels, en zonder een uitputtende opsomming daarvan en van de uitzonderingen te willen geven, kan allereerst worden opgemerkt dat wanneer op een aanvraag tot bijvoorbeeld een bouwvergunning een afwijzend besluit volgt, de aanvrager tegen die weigering bezwaar kan maken. Daarbij is het niet onverstandig in de aanvraag na te gaan wie de bouwvergunning ook al weer had aangevraagd. Wordt een aanvraag om een bouwvergunning daarentegen gehonoreerd, dan geldt het uitgangspunt dat daartegen door andere belanghebbenden dan de aanvrager bezwaar kan worden gemaakt. Hierbij geldt een zekere afbakening; een belanghebbende is een (rechts)persoon wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken. Soms betekent dat dat – wanneer meerdere (rechts)personen tegen een bepaald besluit zijn, maar niet iedereen belanghebbend is – er een keuze zal moeten worden gemaakt wie er bezwaar zal maken. VVE's zullen zich daarnaast de vraag moeten stellen of zij zelf belanghebbend zijn, of dat de individuele leden dat zijn.In die gevallen dat een rechtspersoon als bezwaarmaker zal optreden, dient men erop bedacht te zijn dat degenen die dat bezwaar aanhangig maken daartoe wel bevoegd dienen te zijn. Bestuursorganen en rechters kunnen verlangen dat die bevoegdheid wordt aangetoond.
Met het voorgaande hangt samen de situatie waarin belanghebbenden andere personen machtigen om namens hen de procedure aanhangig te maken en te voeren. In verband met voornoemde stelregel dat binnen de bezwaar- of beroepstermijn duidelijk moet zijn wie de procedure heeft aangezwengeld, zal duidelijk moeten zijn aangegeven namens welke personen de gemachtigde optreedt. Daarnaast moet kunnen worden aangetoond dat de gemachtigde ook daadwerkelijk gemachtigd is om deze procedures te voeren; van gemachtigden niet zijnde advocaten kan worden verlangd dat zij een machtiging laten zien.
De vraag of namens de juiste persoon bezwaar of beroep is gemaakt (de belanghebbendheid) is een van de vragen die moeten worden beantwoord, voordat aan de inhoudelijke kant van de zaak wordt toegekomen. Daarnaast zal bijvoorbeeld ook worden gekeken of de procedure wel op tijd aanhangig is gemaakt, of er nog wel procesbelang is (als de bomen zijn gekapt, kan het zijn dat er geen procesbelang bestaat bij een oordeel over de kapvergunning) en bij een beroepsprocedure of het griffierecht wel is voldaan. Bij procedures waar grote (al dan niet financiële) belangen op het spel staan, is het daarom – los van de inhoudelijke aspecten van een zaak – verstandig u te laten bijstaan door een jurist.
Femke van Ooijen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.