Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een statutair directeur staat zowel in een vennootschapsrechtelijke als een arbeidsrechtelijke verhouding (de arbeidsovereenkomst) tot de vennootschap. De vennootschapsrechtelijke relatie kan te allen tijde beëindigd worden door het bevoegde orgaan (aandeelhouders of de raad van commissarissen). Lange tijd bestond onduidelijkheid over welke gevolgen dit ontslag zou hebben voor de arbeidsrechtelijke verhouding. De Hoge Raad heeft hier nu duidelijkheid over gegeven.
Ons hoogste rechtsprekende orgaan heeft bepaald dat het vennootschapsrechtelijke ontslag door het bevoegde orgaan tot gevolg heeft dat de arbeidsovereenkomst tussen de vennootschap en de statutair directeur eindigt. Hierop bestaat slechts een uitzondering indien er sprake is van een wettelijk opzegverbod (de directeur was bijvoorbeeld ziek tijdens het ontslagbesluit) of wanneer partijen anders zijn overeengekomen (partijen spreken af dat de betreffende persoon geen statutair directeur meer is, maar dat de arbeidsovereenkomst blijft voortbestaan). Hiermee zijn de grenzen duidelijk getrokken. Overigens maakt het niet uit of de statutair directeur zelf aftreedt. De Hoge Raad heeft bepaald dat ook in het geval de vennootschapsrechtelijke relatie door de directeur zelf wordt verbroken, de arbeidsrelatie eindigt.
Indien aan alle formele vereisten is voldaan kan een directeur tegen het ontslag zelf weinig doen. Terugkeer in zijn functie is in principe niet mogelijk. Wel kan de bestuurder een procedure beginnen om een vergoeding te vorderen (mocht hij deze nog niet hebben ontvangen). Dergelijke procedures worden echter niet vaak gevoerd. Meestal hebben partijen onderling al geregeld dat de directeur bij een eventueel ontslag een gouden handdruk meekrijgt.
Sjef Gitmans is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.