Praktijkgebieden: Intellectuele eigendom
Op 5 juli jl. is de uitspraak gepubliceerd in het kort geding van het Voorlichtingsbureau Vlees tegen Campina. Het Voorlichtingsbureau behartigt de belangen van de Nederlandse vleessector en geeft op grote schaal voorlichting aan de Nederlandse consument en de (inter)nationale zakelijke markt ter bevordering van het imago van vlees. Het Voorlichtingsbureau kon zich niet vinden in de reclame-uitingen van Campina voor vleesvervanger “Valess”.
Campina heeft onder de naam “Valess” een vleesvervangend product op de markt gebracht, dat niet plantaardig is maar uit (dierlijk) zuivel is vervaardigd. De slagzin van de televisiecommercial voor Valess luidt: “Valess. Lekker geen vlees, lekker van zuivel.” Verder staat op de website van Campina onder meer het volgende: “Valess is een gezonde variatie op vlees. Met Valess zit je goed. Want het blinkt uit door zijn gezonde samenstelling. Zo bevat Valess weinig vet. Het vet dat in Valess zit, is bovendien grotendeels onverzadigd en dat is gunstig voor het cholesterolgehalte. Vergelijk het vetgehalte van Valess maar eens met andere producten door te klikken op een van de volgende plaatjes: (vleesproducten). Je ziet het: Valess is beduidend minder vet dan veel vleessoorten. (…)”
Het Voorlichtingsbureau Vlees vorderde dat het Campina verboden zou worden om Valess met vlees te vergelijken én een verbod om te suggereren dat Valess gezonder is dan ,of even gezond als, vlees. Ten onrechte zou Campina impliceren dat Valess minder vet bevat dan vlees, terwijl zij de consument niet waarschuwt voor het hoge zoutgehalte en het ontbreken van ijzer.
De rechter in Arnhem overwoog dat de slagzin van Valess te algemeen is om als een vergelijking gekwalificeerd te worden. Goed beschouwd wordt door Campina alleen iets gezegd over de herkomst van het eigen product. Dat dit geen vlees is, spreekt voor een vleesvervangend product als Valess voor zich. Dat Campina zich daarover verheugt door het gebruik van de term “lekker”, maakt de slagzin nog niet tot een relevante vergelijking. Verder is het niet zo, aldus de rechter, dat door Campina een onjuiste indruk wordt gewekt. De slagzin is feitelijk juist en in redelijkheid kan niet gezegd worden dat Campina een negatief sentiment over vlees vestigt of verspreidt. Evenmin laat Campina zich hierdoor kleinerend uit over vlees, ook niet in combinatie met de grappig bedoelde televisiecommercials.
De website van Campina gaat wel te ver. Het staat voor de rechter buiten twijfel dat op deze website Valess en vlees inderdaad met elkaar worden vergeleken. Dat betekent o.a. dat de vergelijking waar, niet misleidend en objectief controleerbaar moet zijn, en dat zij wezenlijke aspecten van de vergeleken producten moet bevatten. Campina laat op de website ten onrechte de nadelen van Valess onvermeld. Dit betreft het relatief hoge zoutgehalte van het product en het ontbreken daarin van ijzer. Dat zijn wezenlijke aspecten die naar het oordeel van de rechter in het kader van een vergelijking wel vermeld dienen te worden, zodat de consument in staat wordt gesteld zich een eigen oordeel te vormen. In het kader van een (eerlijke) vergelijking met vlees zou Campina alle voedingsstoffen moeten noemen die níet in Valess zitten. Campina mag niet het éne aspect (het vetgehalte van vlees) wel benoemen en het ándere aspect (het zoutgehalte van Valess en het ontbreken van ijzer daarin) onvermeld laten. Dat is onvolledig en daarom dient Campina haar website op dat punt aan te passen.
Cindy Waayers is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied intellectuele eigendom.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.