Praktijkgebieden:
In Nederland is het erg lastig om schade te regelen als daarbij een groot aantal individuele benadeelden is betrokken, de zogenaamde massaschades. Er is dus een behoefte om dergelijke massaschade collectief te kunnen afhandelen. De Eerste Kamer heeft onlangs het Wetsvoorstel collectieve afhandeling massaschade aangenomen, en het wetsvoorstel treedt in werking op 1 augustus 2005. Maar wat houdt deze regeling in en voldoet de regeling wel ?
Kort gezegd, houdt het wetsvoorstel in dat een overeenkomst, die is gesloten tussen enerzijds een rechtspersoon die de belangen van benadeelden behartigt en anderzijds de veroorzakers, verbindend kan worden verklaard door de rechter. Na de verbindendverklaring zal deze (schikkings)overeenkomst voor alle partijen (inclusief alle benadeelden) de gevolgen hebben van een zogenaamde vaststellingsovereenkomst. Dat betekent dat iedereen gebonden is aan de inhoud van de overeenkomst en dat daarna een individuele benadeelde niet meer kan procederen tegen de veroorzaker.
De (schikkings)overeenkomst moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld moet in de overeenkomst duidelijk zijn omschreven welke groepen van benadeelden zijn betrokken, en op welke wijze de vergoeding zal worden betaald. Degene die de vergoeding zal betalen, moet voldoende zekerheid stellen voor betaling, bijvoorbeeld door een bedrag te storten in een schadefonds.
Niet iedereen zal het altijd eens zijn met het onderhandelingsresultaat tussen de belangenbehartiger en de veroorzaker(s). Bij de “Duisenberg-schikking” hebben bijvoorbeeld al vele benadeelde beleggers aangegeven dat zij het niet eens zijn met de schikking. Benadeelden die niet gebonden willen worden aan de (schikkings)overeenkomst, moeten binnen drie maanden na de aankondiging van de verbindendverklaring in een nieuwsblad, schriftelijk mededeling doen aan de persoon die daartoe in de overeenkomst is aangewezen. Benadeelden die (nog) niet met de schade bekend zijn, hebben een meer uitgebreide “opt-out” omdat het onredelijk is om hen te binden aan een overeenkomst terwijl zij niet eens kunnen weten dat zij partij zijn.
Het is duidelijk dat het wetsvoorstel voorziet in een behoefte, maar er is ook kritiek. De Consumentenbond is niet geraadpleegd, terwijl die wel opmerkingen had. En er wordt geen onderscheid gemaakt tussen massaschade die het gevolg is van een éénmalige gebeurtenis waarbij ook duidelijk is welke groepen slachtoffers er zijn (bijvoorbeeld de vuurwerkramp in Enschede) of van een reeks van vrijwel identieke gebeurtenissen (zoals bijvoorbeeld het verspreiden van het DES-hormoon). In dat laatste geval is niet zonder meer duidelijk wie benadeeld zal worden, mede omdat het mogelijk is dat de schade zich pas na jaren manifesteert, soms zelfs pas generaties later (zoals bij het DES-hormoon). Als bij de laatste categorie van gevallen een overeenkomst is verbindend verklaard en het geld al is verdeeld, dan bestaat de mogelijkheid dat deze toekomstige benadeelden achter het net vissen. Waarschijnlijk kan die benadeelde dan nog wel een individuele procedure voeren tegen de veroorzaker, maar dat was nu juist niet de bedoeling van de nieuwe wet. Er zijn commentatoren die alleen bij de eerstgenoemde categorie (ook wel de “mass disaster”) de mogelijkheid van een verbindendverklaring willen open houden. In ieder geval lijkt het nu zo, dat de rechter zeer precies de inhoud van de overeenkomst zal moeten toetsen om aan deze bezwaren tegemoet te komen.
Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel directe werking krijgt, en dus ook van toepassing zal zijn op schade die is ontstaan vóór de inwerkingtreding. Wij begrepen dat Dexia en Stichting Leaseverlies c.s. de “Duisenberg-schikking” aan de rechter willen voorleggen met een verzoek om de overeenkomst verbindend te verklaren. Dat zou een mooie test zijn voor dit wetsvoorstel, omdat er vele benadeelden zijn die zich niet daaraan wensen te houden en die willen voortprocederen. De rechter zal dus inhoudelijk moeten beoordelen of Stichting Leaseverlies c.s. wel voldoende representatief zijn om alle benadeelden te binden aan de Duisenberg-schikking. Mocht de Duisenberg-overeenkomst verbindend worden, dan kunnen overigens individuele benadeelden gebruik maken van de “opt-out” die verplicht wordt ingebouwd.
Annejet Lamme en Jonathan Barth zijn niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.