Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
De Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft besloten dat Chellomedia Programming B.V. (een onderdeel van UPC) Canal+ mag overnemen. UPC biedt televisie-, breedband-, internet- en telefoondiensten aan, voornamelijk via haar kabelnetwerk. Canal+ is de grootste aanbieder van betaaltelevisie in Nederland.
Volgens de Mededingingswet dienen de “grotere” fusies en overnames aangemeld te worden bij de NMa. De NMa onderzoekt vervolgens of de overname zal leiden tot een significante beperking van de mededinging op de Nederlandse markt, bijvoorbeeld omdat een economische machtspositie zal ontstaan of wordt versterkt. Dit onderzoek bestaat uit twee fasen: de meldingsfase en de vergunningsfase. In de eerste fase onderzoekt de NMa de overname globaal. Blijkt uit dit onderzoek dat de overname “geen kwaad kan”, dan mag de overname worden doorgevoerd. Heeft de NMa zijn twijfels, dan volgt een diepgravender onderzoek dat circa 3 maanden duurt. Gekeken wordt naar de gevolgen die de overname kan hebben voor de Nederlandse markt; zowel voor concurrenten als consumenten. Is de NMa van mening dat de overname door de beugel kan, dan wordt een vergunning verleend. Weigert de NMa een vergunning af te geven, dan mag de overname geen doorgang vinden. Dit laatste gebeurt overigens zelden. Indien de NMa dreigt de vergunning te weigeren, gaan partijen vaak met de NMa om de tafel zitten om een oplossing te vinden. Veelvoorkomende oplossingen zijn het niet-overnemen van een bepaald bedrijfsonderdeel, of het afstoten daarvan – zodat er nog wat concurrentie overblijft.
In de situatie van Canal+ en UPC werd de vergunning verleend nadat de tweede onderzoeksfase was doorlopen. De NMa vreesde dat UPC andere (nieuwe) aanbieders van betaaltelevisie zou belemmeren in de toetreding tot de markt, dan wel dat UPC de programma's van Canal+ niet aan concurrenten zou aanbieden. Uit het vervolgonderzoek is echter gebleken dat de mededinging op de televisiemarkt niet significant belemmerd zal worden. De NMa was van oordeel dat de huidige betaaltelevisie-activiteiten van UPC beperkt zijn, dat er nieuwe spelers op de markt komen, en dat de grote filmstudio's sterk tegenwicht kunnen bieden door filmrechten in te kopen. Voorts kan de OPTA UPC verplichten om andere partijen toegang te verlenen tot haar kabelnetwerk. Al met al is de NMa dus een partij om serieus rekening mee te houden bij fusies en overnames.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.