Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Eén van de eisen van een democratisch bestuur is dat informatie van de overheid openbaar moet zijn. Voor wat betreft de openbaarheid van informatie vervat in overheidsdocumenten voorziet de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) daarin. Let wel, het voorgenoemde uitgangspunt geldt niet altijd. Bepaalde belangen kunnen meebrengen dat overheidsinformatie vertrouwelijk moet blijven.
Wanneer dit het geval is, is geregeld in de artikelen 10 en 11 Wob. Hier worden de weigeringsgronden weergegeven. Gezien het vorenstaande zal derhalve steeds een afweging moeten worden gemaakt tussen het uitgangspunt en de uitzondering. Geldt nu in geval van een verzoek tot het verkrijgen van de ijkrapporten van de meetapparatuur die worden gebruikt voor het opsporen verkeersovertredingen ook het uitgangspunt van de Wob?
Ja, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de uitspraak van 15 juni 2005 heeft de Afdeling bepaald dat in geval van het verzoek om de ijkrapporten deze moeten worden verstrekt in het kader van de openbaarheid van bestuur. Het O.M. verweerde zich door te stellen dat artikel 11 lid 4 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving van verkeersvoorschriften (hierna: Whav) een bijzondere openbaarmakingsregeling met een uitputtend karakter betreft en dat derhalve de Wob niet van toepassing is. Daarnaast stelde het O.M. dat een vlotte afdoening van de procedures in het geding zou komen, indien dergelijke verzoeken aan de Wob zouden moeten worden getoetst alsmede dat de documenten met betrekking tot de gebruikte meetapparatuur geen bestuurlijke aangelegenheid betreffen.
De Afdeling maakt korte metten met deze verweren. Erkend wordt dat in geval van een bijzondere openbaarmakingsregeling met een uitputtend karakter, de Wob niet van toepassing zal zijn. Artikel 11 lid 4 Whav betreft echter geen bijzondere openbaarmakingsregeling. Naar de mening van de Afdeling blijkt noch uit de tekst, noch uit de strekking, noch uit de totstandkomingsgeschiedenis van dit artikel, dat de wetgever heeft beoogd een alternatieve openbaarmakingsregeling in het leven te roepen die aan de Wob derogeert. Het verweer dat de werklast van het O.M. toeneemt door een mogelijke toewijzing van het verzoek om inzage, rechtvaardigt op zichzelf niet het beroep op de weigeringsgronden van de Wob. Tot slot is de Afdeling van oordeel dat de gegevens zien op de uitvoering van de publieke taak en derhalve wel een bestuurlijke aangelegenheid betreffen.
Kortom, de ijkrapporten van de meetapparatuur moeten worden afgegeven aan de snelheidsovertreder die daarom vraagt.
Michel Visser is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.