Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) is bedoeld om mensen met een arbeidshandicap aan een baan te helpen. Het gaat om mensen die door lichamelijke, psychische en/of verstandelijke beperkingen niet in een gewone baan aan de slag kunnen en die uitsluitend onder aangepaste omstandigheden kunnen werken.
De Wsw biedt de mogelijkheid tot het begeleid werken bij een gewone werkgever en als dat niet mogelijk is, dan kan de betrokkene in aanmerking komen voor een baan bij een bedrijf in de sociale werkvoorziening. Sinds januari 2005 beoordeelt niet meer de gemeente, maar het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) of iemand in aanmerking komt voor de Wsw.
Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken heeft plannen voor modernisering van deze wet naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet wil dat de sociale werkvoorziening nog sterker dan nu wordt voorbehouden aan mensen die op een sociale werkplek zijn aangewezen. Zo stelt het kabinet voor dat bij de herbeoordelingen van de groep die thans onder de wet valt, ook een deel van de mensen wordt betrokken die vóór 1998 in de Wsw terecht kwam. Het gaat om mensen die volgens de huidige criteria niet meer tot de doelgroep van deze wet behoren en die ook in een gewone baan aan de slag zouden kunnen. De gemeenten zouden deze groep met behulp van reïntegratietrajecten naar ander werk moeten begeleiden. Ook wil het kabinet mensen die een aanbod voor een aangepaste werkplek weigeren, niet meer meetellen op de wachtlijst. Hiermee probeert het kabinet de kans te vergroten dat mensen die wel beschikbaar zijn aan de beurt komen.
Het kabinet streeft er voorts naar dat vaker een werkplek op maat wordt gezocht, bij voorkeur bij een gewone werkgever. Om dit te stimuleren wordt de financieringsstructuur van de Wsw aangepast. Zo zullen gemeenten die veel begeleide arbeidsplaatsen creëren bij gewone werkgevers een financiële bonus krijgen. Ook zal het voor werkgevers aantrekkelijker worden om een Wsw'er in dienst te nemen. Als werkgevers een begeleide werkplek aanbieden lopen zij geen financieel risico bij ziekte of arbeidsongeschiktheid. Op dit moment geldt dat slechts voor vijf jaar. Het is de bedoeling dat deze zogenaamde no-riskpolis permanent wordt.
Leonore Karsdorp is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.