Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Recent zijn twee rechterlijke uitspraken gepubliceerd over ontslag op staande voet. Rechters zijn streng op dat punt: ze keuren ontslag op staande voet alleen goed als de werknemer het erg bont heeft gemaakt, en ontslag wordt vaker vernietigd als de werknemer langer in dienst is. In de twee gepubliceerde uitspraken mocht dat de werknemer echter niet baten.
De eerste zaak ging over een matroos die had staan roken bij het lossen van een partij natronloog in de Petroleumhaven van Veendam. Hij was al 18 jaar in dienst, was niet eerder gewaarschuwd voor roken waar dat niet mocht, en stelde bovendien dat zijn leidinggevende het door de vingers had gezien. Dat hielp echter niet. De rechter gebruikte het lange dienstverband zelfs min of meer tegen de matroos: juist hij met zijn ervaring moest weten hoe gevaarlijk roken onder die omstandigheden was. Het hielp het daarom ook niet dat zijn baas er niets van had gezegd: de matroos had dit zelf moeten weten. Het ontslag op staande voet hield stand.
Het vergrijp in de tweede zaak was minder ernstig – het leverde in elk geval geen gevaar op voor mensenlevens. Een postbode die al 24 jaar bij TPG Post werkte had van zijn werk een stempel meegenomen met daarop de tekst “PTT Post Port Betaald”, en daarmee had hij eigen brieven gestempeld, zodat hij die zonder postzegel kon versturen. TPG kon niet bewijzen om hoeveel brieven het ging; de werknemer zei dat het er hooguit achttien waren geweest. De financiële schade bleef dus beperkt tot minder dan tien euro. De lage schade noch het lange dienstverband waren voor de rechter echter geen reden om lankmoedig te zijn. Diefstal was diefstal, en als je je werknemers niet kunt vertrouwen houdt het op, zo oordeelde de rechter.
In beide gevallen speelde mee dat de werkgevers richtlijnen hadden vastgesteld die het gedrag verboden, en dat duidelijk was dat de werkgevers aan die voorschriften de hand hielden. Dat is in ontslagzaken altijd belangrijk – het loont dus de moeite na te denken over welk gedrag van werknemers ongewenst is, welke gevolgen je daar als werkgever aan wilt verbinden, en dat vervolgens – zonodig in overleg met de OR – aan de werknemers mee te delen.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.