Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Zoals in een eerdere entry al werd aangekondigd, zal per 1 juli a.s. nieuwe wetgeving gelden voor prospecti, gebaseerd op de Europese Prospectusrichtlijn. De nieuwe wetgeving zal worden opgenomen in de Wet Toezicht Effectenverkeer.
Op grond van deze nieuwe regels is het slechts toegestaan om effecten aan het publiek aan te bieden, als een bevoegde autoriteit het prospectus heeft goedgekeurd. Dit geldt zowel voor effecten die aan de beurs genoteerd zullen worden, als voor zogenaamde “buitenbeurs-effecten”. De AFM zal de controlerende autoriteit zijn, die deze bevoegdheid overneemt van Euronext N.V.
Doel van de nieuwe regelgeving (en de Europese Richtlijn) is, dat met het goedgekeurde prospectus in de gehele Europese Unie effecten kunnen worden aangeboden; de AFM geeft derhalve een soort van garantie af. En omgekeerd, kunnen buitenlandse effecten hier worden aangeboden, mits het prospectus in eigen land is goedgekeurd. Het “ontvangende” land mag in dat geval geen extra vereisten stellen aan het prospectus. Desalniettemin is het aan te raden om het (binnenlandse en buitenlandse) prospectus goed te bestuderen, ookal heeft een autoriteit zijn goedkeuring verleend. Want de controle door bijvoorbeeld de AFM hoeft niet veel om het lijf te hebben. Zo controleert de AFM alleen of er een prospectus is, en of de voorgeschreven onderwerpen in het prospectus worden behandeld (zoals de financiële situatie van de uitgevende vennootschap). Niet wordt gecontroleerd of de inhoud ook correct is, en of bijvoorbeeld de cijfers kloppen.
Resteert een praktische opmerking in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe wet op 1 juli 2005.Indien een prospectus effecten aanbiedt waarvoor de inschrijving zowel voor als na 1 juli a.s. openstaat, dan dient het prospectus ook te voldoen aan de nieuwe vereisten. De AFM biedt echter al sinds april 2005 de mogelijkheid om prospecti te laten toetsen aan de nieuwe regelgeving. Deze toetsing levert echter geen officiele goedkeuring op: die kan pas gegeven worden nadat de wet op 1 juli in werking is getreden. Voor “lopende” emissies rond 1 juli, dient het prospectus derhalve alsnog de officiele goedkeuring te verkrijgen – hetgeen waarschijnlijk een hamerstuk zal zijn, als er al een informele goedkeuring is verleend en er sindsdien geen wijzigingen zijn opgetreden.
Maja Bolè is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.