Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Op onze weblog van 21 oktober 2004 berichtten wij over de vergoeding die een werkgever moet betalen vanwege een burn-out van een werknemer. Deze uitspraak van de kantonrechter te Terneuzen heeft destijds veel publiciteit gekregen en de vraag was of deze uitspraak op zichzelf stond of dat er sprake was van een trend.
In dat kader wil ik hier een uitspraak bespreken die dezelfde kantonrechter te Terneuzen op 19 januari jl. heeft gewezen. Ook hier ging het om een werknemer, dit keer een IT-projectmanager, die arbeidsongeschikt was geworden vanwege een burn-out en die voor de daardoor geleden schade zijn werkgever aansprakelijk stelde.Volgens de werknemer was de arbeidsongeschiktheid een gevolg van zijn werkzaamheden. Voorts zou de werkgever zich niet om hem bekommerd hebben nadat hij klachten van overspannenheid had aangekaart.De kantonrechter merkt op dat de functie die de werknemer vervulde psychische belasting teweeg bracht. Dit is echter inherent aan een functie op dat niveau. Het belasten van een werknemer met een dusdanig functieniveau wil niet zeggen dat de werkgever daardoor niet voldoet aan zijn zorgplicht.De werkgever kan volgens de kantonrechter wel aansprakelijk worden gesteld indien de werkgever bekend was of behoorde te zijn met een zodanige overbelasting dat die tot psychische schade zou leiden. In dit geval was het gezien het functieniveau van de werknemer zijn verantwoordelijkheid om bij zijn werkgever aandacht te vragen voor de overbelasting. De werknemer heeft in dit geval onvoldoende duidelijk gemaakt dat hij dit heeft gedaan en zijn vordering werd afgewezen.
De uitspraak geeft aan dat de werknemer niet alleen moet aantonen dat hij schade heeft geleden als gevolg van zijn werkzaamheden en dat de werkgever zich niet aan zijn zorgplicht heeft gehouden. Hij moet ook aan zijn werkgever in geval van overspannenheid kenbaar hebben gemaakt dat hij overbelast is.
Rob Tempelaars is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.