Praktijkgebieden:
Vandaag is het jaarverslag verschenen van de Raad voor de Rechtspraak, het overkoepelende orgaan van alle rechtbanken in Nederland. De Raad heeft als doelstelling het verbeteren van het functioneren van de rechtsprekende instanties in Nederland.
Uit het jaarverslag blijkt dat de Raad zich grote zorgen maakt over de kwaliteit van de rechtspraak. Volgens de Raad zou dit te wijten zijn aan de steeds toenemende werkdruk bij de gerechten. Ook vorig jaar is de instroom van zaken weer toegenomen. Er werden in totaal 13% meer zaken aangebracht, en er werden bij de kantonrechters maar liefst 28% meer “kleine strafrechtelijke vergrijpen” neergelegd. Dat zijn dus 28% meer dagvaardingen, 28% meer inzet van een Officier van Justitie, 28% meer inzet van een griffier, 28% meer papier en 28% meer druk bij de handhaving. De aanwas van kleine strafzaken, zou onder meer te maken hebben met het Veiligheidsplan van de regering.
Volgens het persbericht van het Ministerie van Justitie neemt de Raad de signalen dat de kwaliteit steeds meer te lijden heeft onder de werkdruk “zeer serieus”, maar blijft vooralsnog onduidelijk wat er precies gaat gebeuren om het euvel te verhelpen. Het is opvallend dat de Raad zich nu schaart aan de zijde van de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, die onlangs ook al heeft aangegeven zich zorgen te maken over de kwaliteit van de rechtspraak bij de feitelijke instanties (kantonrechters, rechtbanken en gerechtshoven). Wellicht is het rapport van de Raad een aanleiding om het onderwerp nu serieus op de agenda te zetten. De auteur van dit stukje heeft in ieder geval nog nergens een logische verklaring kunnen vinden voor het feit dat aan de ene zijde wordt verwacht dat rechters steeds meer en sneller produceren, terwijl aan de andere zijde nauwelijks extra middelen beschikbaar lijken te komen.
Helaas was via de website van de Raad voor de Rechtspraak het jaarverslag nog niet beschikbaar, zodat moet worden volstaan met een link naar het persbericht van het Ministerie van Justitie.
Jonathan Barth is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.